Traduction de «nach oder wird seine antwort als unzureichend angesehen oder lässt » (Allemand → Néerlandais) :

Kommt der Mitgliedstaat der Aufforderung der Kommission nicht innerhalb der festgelegten Frist nach oder wird seine Antwort als unzureichend angesehen oder lässt sie erkennen, dass die Ausgaben nicht gemäß dem Unionsrecht getätigt wurden, so kann die Kommission die monatlichen oder Zwischenzahlungen an den betreffenden Mitgliedstaat im Rahmen der Durchführungsrechtsakte betreffend die monatlichen Zahlungen gemäß Artikel 18 Absatz 3 bzw. im Rahmen der Zwischenzahlungen gemäß Artikel 36 kürzen oder aussetzen.
Indien de lidstaat het verzoek van de Commissie niet binnen de vastgestelde termijn beantwoordt of indien het antwoord ontoereikend wordt geacht of daaruit blijkt dat de uitgaven niet overeenkomstig de Unieregelgeving zijn gedaan, kan de Commissie de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat verlagen of schorsen in het kader van uitvoeringshandelingen aangaande de maandelijkse betalingen als bedoeld in artikel 18, lid 3, of in het kader van de in artikel 36 bedoelde tussentijdse betalingen.

Kommt der Mit­gliedstaat der Aufforderung der Kommission nicht innerhalb der festgelegten Frist nach oder wird seine Antwort als unzureichend angesehen oder lässt sie erkennen, dass die Ausgaben nicht gemäß den EU-Vorschriften getätigt wurden, so kann die Kommission die monatlichen oder Zwischenzahlungen an den betreffenden Mitgliedstaat im Rahmen des Beschlusses über die monatlichen Zahlungen gemäß Artikel 18 Absatz 3 bzw. im Rahmen der Zwischenzah­lungen gemäß Artikel 35 kürzen oder aussetzen.
Indien de lidstaat het verzoek van de Commissie niet binnen de vastgestelde termijn beantwoordt of indien het antwoord ontoereikend wordt geacht of daaruit blijkt dat de uitgaven niet overeenkomstig de Unieregelgeving zijn gedaan, kan de Commissie de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat verlagen of schorsen krachtens het in artikel 18, lid 3, bedoelde besluit inzake de maandelijkse betalingen of in het kader van de in artikel 35 bedoelde tussentijdse betalingen.

Kommt der Mitgliedstaat der Aufforderung der Kommission nicht innerhalb der festgelegten Frist nach oder wird seine Antwort als unzureichend angesehen oder lässt sie erkennen, dass die Ausgaben nicht gemäß den EU-Vorschriften getätigt wurden, so kann die Kommission die monatlichen oder Zwischenzahlungen an den betreffenden Mitgliedstaat im Rahmen des Beschlusses über die monatlichen Zahlungen gemäß Artikel 18 Absatz 3 bzw. im Rahmen der Zwischenzahlungen gemäß Artikel 35 kürzen oder aussetzen.
Indien de lidstaat het verzoek van de Commissie niet binnen de vastgestelde termijn beantwoordt of indien het antwoord ontoereikend wordt geacht of daaruit blijkt dat de uitgaven niet overeenkomstig de Unieregelgeving zijn gedaan, kan de Commissie de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat verlagen of schorsen krachtens het in artikel 18, lid 3, bedoelde besluit inzake de maandelijkse betalingen of in het kader van de in artikel 35 bedoelde tussentijdse betalingen.

Kommt der Mitgliedstaat der Aufforderung zur Übermittlung zusätzlicher Informationen innerhalb des in der Aufforderung festgesetzten Zeitraums nicht nach oder wird seine Antwort als unzureichend angesehen oder deutet sie darauf hin, dass geltende Vorschriften nicht beachtet oder dass Unionsmittel nicht ordnungsgemäß verwendet wurden, so kann die Kommission die Zahlungen im Einklang mit Artikel 41 der Verordnung (EU) Nr. 1306/2013 aussetzen oder kürzen.
Indien de betrokken lidstaat het verzoek om aanvullende informatie niet binnen de in dat verzoek vastgestelde termijn beantwoordt of indien het antwoord ontoereikend wordt geacht of erop wijst dat de regelgeving niet is nageleefd of dat middelen van de Unie onjuist zijn gebruikt, kan de Commissie de betalingen overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 schorsen of verlagen.

Kommt der Mitgliedstaat der Aufforderung der Kommission nach Unterabsatz 1 nicht nach oder wird seine Antwort als unzureichend angesehen oder lässt sie auf eine Missachtung der geltenden Gemeinschaftsvorschriften oder auf eine missbräuchliche Verwendung von Gemeinschaftsmitteln schließen, so kann die Kommission die monatlichen Zahlungen an den betreffenden Mitgliedstaat vorübergehend kürzen oder aussetzen.
Indien de lidstaat het in de eerste alinea bedoelde verzoek van de Commissie niet beantwoordt of indien het antwoord ontoereikend wordt geacht of kan leiden tot de conclusie dat de geldende communautaire voorschriften niet zijn nageleefd of dat communautaire geldmiddelen onrechtmatig zijn gebruikt, kan de Commissie de maandelijkse betalingen aan de lidstaat tijdelijk verlagen of schorsen.

(3) Kommt der Mitgliedstaat der Aufforderung nach Absatz 2 nicht nach oder wird seine Antwort als unzureichend angesehen oder lässt sie auf eine Missachtung der Gemeinschaftsvorschriften oder eine missbräuchliche Verwendung der Gemeinschaftsmittel schließen, so kann die Kommission die Zwischenzahlungen an den betreffenden Mitgliedstaat kürzen oder vorübergehend aussetzen.
3. Indien de lidstaat het in lid 2 bedoelde verzoek niet beantwoordt of indien het antwoord ontoereikend wordt geacht of kan leiden tot de conclusie dat de regelgeving niet is nageleefd of dat communautaire geldmiddelen onrechtmatig zijn gebruikt, kan de Commissie de tussentijdse betalingen aan de lidstaat tijdelijk verlagen of schorsen.

3. nimmt Kenntnis von der Bemerkung des Rechnungshofs in Ziffer 10.18 seines Jahresberichts 2005, dass die Verwaltung des AdR im Anschluss an die vom Rechnungshof für 2004 durchgeführte Zuverlässigkeitsprüfung sowie zwei weitere interne Prüfungen bestimmte Anspruchsberechtigte aufgefordert hat, für die Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge, auf die ein Berichtigungskoeffizient angewandt wird, zusätzliche Nachweise zu erbringen, dass mehrere Überweisungen, die vor Mai 2004 nicht regelmäßig vorgenommen worden waren und/oder für die die Anspruchsberechtigten keine hinreichenden Nachweise erbrachten, eingestellt wurden und dass die Verwaltung im Jahr 2005 keine zu viel gezahlten Beträge eingezogen hat, obwohl nach Artikel 85 des Beamtenstatuts "jeder ohne rechtlichen Grund gezahlte Betrag (...) zurückzuerstatten (ist), wenn der Empfänger den Mangel des rechtlichen Grundes der Zahlung kannte oder der Mangel so offensichtlich war, dass er ihn hätte kennen müssen"; nimmt Kenntnis von der im Bericht des Rechnungshofs enthaltenen Antwort des AdR, dass die vom Generalsekretär geforderte interne Prüfung der Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge erst im Februar 2006 abgeschlossen wurde und dass die Verwaltung nun dabei ist, die zu viel gezahlten Beträge einzuziehen, wovon nur eine geringe Anzahl von Bediensteten betroffen ist;
3. wijst op de opmerking van de Rekenkamer in paragraaf 10.18 van haar Jaarverslag over 2005 dat naar aanleiding van de DAS-controle 2004 van de Rekenkamer en twee interne controles de administratie van het CvdR enkele personen aan wie salaris met aanpassingscoëfficiënten werd overgemaakt verzocht aanvullende bewijsstukken over te leggen en diverse overmakingen die niet vóór mei 2004 op regelmatige wijze waren verricht en/of waarvoor de begunstigden geen toereikend bewijs hadden overgelegd, werden stopgezet; in 2005 heeft de administratie volgens het verslag van de Rekenkamer geen te veel betaalde bedragen ingevorderd, hoewel artikel 85 van het Statuut bepaalt dat "een onverschuldigd betaald bedrag wordt teruggevorderd, indien de bevoordeelde kennis droeg van de onregelmatigheid van de betaling of indien deze onregelmatigheid zo voor de hand lag dat de bevoordeelde daarvan kennis had moeten dragen"; wijst op het in het verslag van de Rekenkamer opgenomen antwoord van het CvdR dat de door de secretaris-generaal opgedragen interne audit inzake de overmaking van salarissen pas in februari 2006 werd afgerond en dat de Administratie nu doende is met de invordering van te veel betaalde bedragen; dit betreft een beperkt aantal ambtenaren;

3. nimmt Kenntnis von der Bemerkung des Europäischen Rechnungshofs (ERH) in Ziffer 10.18 seines Jahresberichts 2005, dass die Verwaltung des AdR im Anschluss an die vom Hof für 2004 durchgeführte DAS-Prüfung sowie zwei weitere interne Prüfungen bestimmte Anspruchsberechtigte aufforderte, für die Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge, auf die ein Berichtigungskoeffizient angewandt wird, zusätzliche Nachweise zu erbringen, dass mehrere Überweisungen, die vor Mai 2004 nicht regelmäßig vorgenommen worden waren und/oder für die die Anspruchsberechtigten keine hinreichenden Nachweise erbrachten, eingestellt wurden und dass die Verwaltung im Jahr 2005 keine zu viel gezahlten Beträge eingezogen hat, obwohl nach Artikel 85 des Beamtenstatuts „jeder ohne rechtlichen Grund gezahlte Betrag (...) zurückzuerstatten (ist), wenn der Empfänger den Mangel des rechtlichen Grundes der Zahlung kannte oder der Mangel so offensichtlich war, dass er ihn hätte kennen müssen“; nimmt Kenntnis von der im Bericht des ERH enthaltenen Antwort des AdR, dass die vom Generalsekretär geforderte interne Prüfung der Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge erst im Februar 2006 abgeschlossen wurde und dass die Verwaltung nun dabei ist, die zu viel gezahlten Beträge einzuziehen, wovon nur eine geringe Anzahl von Bediensteten betroffen ist;
3. wijst op de opmerking van de Rekenkamer in paragraaf 10.18 van haar Jaarverslag over 2005 dat naar aanleiding van de DAS-controle 2004 van de Rekenkamer en twee interne controles de administratie van het CvdR enkele personen aan wie salaris met aanpassingscoëfficiënten werd overgemaakt verzocht aanvullende bewijsstukken over te leggen en diverse overmakingen die niet vóór mei 2004 op regelmatige wijze waren verricht en/of waarvoor de begunstigden geen toereikend bewijs hadden overgelegd, werden stopgezet; in 2005 heeft de administratie volgens het verslag van de Rekenkamer geen te veel betaalde bedragen ingevorderd, hoewel artikel 85 van het Statuut bepaalt dat “een onverschuldigd betaald bedrag wordt teruggevorderd, indien de bevoordeelde kennis droeg van de onregelmatigheid van de betaling of indien deze onregelmatigheid zo voor de hand lag dat de bevoordeelde daarvan kennis had moeten dragen”; wijst op het in het verslag van de Rekenkamer opgenomen antwoord van het CvdR dat de door de secretaris-generaal opgedragen interne audit inzake de overmaking van salarissen pas in februari 2006 werd afgerond en dat de Administratie nu doende is met de invordering van te veel betaalde bedragen; dit betreft een beperkt aantal ambtenaren;