Der Gesetzgeber war also der Auffassung, dass es « logischer ist, die Leistungsverpflichtung nach dem Bestehen dieses ersten Jahres statt nach der Erlangung des Bachelor-Diploms einzuführen » (Parl. Dok., Kammer, 2009-2010, DOC 52-2314/003, S. 6).
De wetgever was dus van mening dat het « logisch [is] om de rendementsverplichting in te voeren na het slagen in dit eerste jaar in plaats van na het behalen van de bachelor » (Parl. St., Kamer, 2009-2010, DOC 52-2314/003, p. 6).