1.1.1. Die Zahl der nach einem Flexibilitätssystem in Betrieb genommenen Motoren und Zugmaschinen darf für jede Motorenkategorie 20 % der Zahl der jährlich vom Zugmaschinenhersteller in der jeweiligen Motorenkategorie in Betrieb genommenen Zugmaschinen (berechnet als Durchschnitt der Verkäufe auf dem EU-Markt in den letzten fünf Jahren) nicht übersteigen.
1.1.1. Het aantal motoren en trekkers die volgens de flexibele regeling in het verkeer wordt gebracht, mag in elke motorcategorie niet meer bedragen dan 20% van het per jaar door de trekkerfabrikant in het verkeer gebrachte aantal trekkers met motoren in die motorcategorie (berekend als het gemiddelde van de verkoop op de markt van de Unie in de laatste vijf jaar).