Besteht nach Abschluß des Verfahrens gemäß Nummer 2.2 nach wie vor Uneinigkeit, fordert der Präsident des Europäischen Parlaments auf begründeten Antrag des zuständigen Ausschusses die Kommission auf, binnen der ordnungsgemäß angegebenen und angemessenen Frist die betreffende vertrauliche Information zu übermitteln, und zwar unter Angabe der aus Abschnitt 3 ausgewählten Verfahrensmöglichkeiten.
Wanneer aan het einde van de in punt 2.2. bedoelde procedure geen overeenstemming wordt bereikt, verzoekt de Voorzitter van het Europees Parlement, op met redenen omkleed verzoek van de bevoegde commissie, de Commissie de betreffende vertrouwelijke informatie binnen de passende en naar behoren aangegeven termijn te verstrekken, met vermelding van de in afdeling 3 gekozen mogelijkheden.