(1) Die Mitgliedstaaten verlangen von Instituten, zusätzlich zum harten Kernkapital, das zur Unterlegung der Eigenmittelanforderung des Artikels 92 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 erforderlich ist, einen aus hartem Kernkapital bestehenden Kapitalerhaltungspuffer vorzuhalten, der 2,5 % ihres Gesamtrisikobetrags entspricht, der nach Maßgabe des Teils 1 Titel II jener Verordnung auf Einzel- oder auf konsolidierter Basis gemäß Artikel 927 Absatz 3 jener Verordnung berechnet wird.
1. De lidstaten verplichten de instellingen ertoe om, naast het tier 1-kernkapitaal dat wordt aangehouden om te voldoen aan het bij artikel 92 van Verordening (EU) nr. 575/2013 opgelegde eigenvermogensvereiste, een uit tier 1-kernkapitaal bestaande kapitaalconserveringsbuffer aan te houden die gelijk is aan 2,5 % van het totaal van de overeenkomstig artikel 92, lid 3, van die verordening berekende risicoposten, op individuele en geconsolideerde basis, als toepasselijk overeenkomstig deel 1, titel II, van die verordening.