Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob diese Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem ein Arbeitgeber, der zwischen dem 9. Juli 2013 und dem 31. Dezember 2013 einen Angestellten entlassen habe, eine längere Kündigungsfrist habe beachten müssen als ein Arbeitgeber, der im selben Zeitraum einen Arbeiter mit demselben Dienstalter entlassen habe.
De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de werkgever die tussen 9 juli 2013 en 31 december 2013 een bediende ontsloeg, een langere opzeggingstermijn in acht moest nemen dan een werkgever die in die periode een arbeider met dezelfde anciënniteit ontsloeg.