Art. 2. In
ihrer Arbeitsweise müssen sich die betreffenden Genossenschaften an die in Artikel 1 angeführten Grundsätze und an folgende Prinzipien halten: 1. der Beitritt zur Gesellschaft muss frei von jeglichem Zwang sein; 2. der Zweck de
r Gesellschaft muss darin bestehen, den Gesellschaftern einen wirtschaftlichen oder sozialen Vorteil in der Befriedigung ihrer beruflichen oder privaten Bedürfnisse zu bieten; 3. das Mandat der Verwaltungsratsmitglieder und der mit der Kontrolle beauftragten Gesellschafter ist
...[+++]unentgeltlich; es können ihnen jedoch Anwesenheitsgelder gewährt werden, und den Verwaltungsratsmitgliedern, die eine Ermächtigung für besondere oder ständige Aufträge erhalten haben, können andere Entlohnungen gewährt werden, jedoch unter Ausschluss einer Gewinnbeteiligung ».Art. 2. De betrokken coöperatieve vennootschappen moeten werken naar de in artikel 1 neergelegde beginselen en naar die welke hierna zijn aangegeven : 1° op toetreding tot de vennootschap mag generlei dwang staan; 2° doel van de vennootschap moet zijn, de vennoten bij de bevrediging van hun beroe
ps- of particuliere behoeften een economisch of sociaal voordeel te verschaffen; 3° het mandaat van de bestuurders en van de vennoten, belast met de controle, is onbezoldigd; evenwel kan hen een presentiegeld toegekend worden, en aan de bestuurders, belast met een afvaardiging voor bijzondere of permanente opdrachten, kunnen andere beloningen
...[+++] worden voorzien, met uitsluiting evenwel van een deelneming in de winst ».