Traduction de «möglichst langfristige maßnahmen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Ad-hoc-Arbeitsgruppe über langfristige gemeinsame Maßnahmen im Rahmen des Übereinkommens | AWG-LCA [Abbr.]
Ad-hocgroep inzake langetermijnsamenwerking in het kader van het Raamverdrag

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

29. ist der Ansicht, dass eine der Hauptursachen der politischen Instabilität in der Region darin besteht, dass es an Demokratie fehlt, und dass die Länder der MENA-Region chronische Instabilität langfristig am besten verhindern können, indem sie die Menschenrechte und die Grundätze der Demokratie achten; fordert die EU und ihre Mitgliedstaaten auf, die MENA-Region nicht nur unter dem Gesichtspunkt kurzfristiger Sicherheitsbedrohungen zu betrachten, sondern mit Blick auf die demokratischen Ziele der Gesellschaften in der Region tatkräftige, solide Unterstützung zu leisten; hebt hervor, dass im Rahmen eines ganzheitlichen, ambitionierten Demokratiekonzepts ausgewogene Maßnahmen getroffen werden müssen, mit denen die Sicherheitspolitik an die Frage der Menschenrechte gekoppelt wird, da letztere zu den Prioritäten der EU gehören; hebt hervor, dass die EU die langfristige Stabilität in der MENA-Region stärken muss, indem sie die Zivilgesellschaft – vor allem über das Europäische Instrument für Demokratie und Menschenrechte und die Fazilität zur Förderung der Zivilgesellschaft im Rahmen der Nachbarschaftspolitik, aber auch durch neue Instrumente zur Förderung der Demokratie, wie den Europäischer Demokratiefonds – weiter unterstützt; fordert die Mitgliedstaaten auf, für den Demokratiefonds im Geist der Solidarität und der Unterstützung ausreichende Mittel bereitzustellen, damit die Akteure vor Ort und der demokratische Wandel in der Region möglichst flexibel und wirksam unterstützt werden können; fordert den EAD auf, sich deutlich stärker für die Verbreitung und Vermittlung der europäischen Werte einzusetzen und dazu insbesondere seine regelmäßigen Treffen mit Regierungen und Vertretern der Zivilgesellschaft zu nutzen;
29. is ervan overtuigd dat het gebrek aan democratie een van de dieper liggende oorzaken van de politieke instabiliteit in de regio is en dat eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele democratische beginselen op lange termijn de beste garantie biedt tegen chronische instabiliteit in de landen van de MONA-regio; doet een beroep op de EU en haar lidstaten om de MONA-regio niet slechts te bezien vanuit het oogpunt van veiligheidsrisico's op de korte termijn en de democratische aspiraties van de samenlevingen in de regio actief en blijvend te ondersteunen; onderstreept dat, in het kader van een holistische en ambitieuze benadering ten behoeve van de democratie, evenwichtige maatregelen moeten worden genomen teneinde het veiligheidsbeleid te koppelen aan het voor de EU prioritaire beleid inzake de mensenrechten; onderstreept het belang van de versterking van de stabiliteit op lange termijn in de MONA-regio middels niet-aflatende steun van de EU aan het maatschappelijk middenveld, met name via het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR) en de ENI-faciliteit voor het maatschappelijk middenveld, alsmede via nieuwe instrumenten ten behoeve van de democratie, zoals het Europees Fonds voor Democratie (EFD); roept de lidstaten op om, in het kader van solidariteit en engagement, voldoende middelen uit te trekken voor de begroting van het fonds, zodat het zo flexibel en doeltreffend mogelijk steun kan verlenen aan lokale spelers op het vlak van democratische verandering in de regio; verzoekt de EDEO om nog meer inspanningen te leveren om de Europese waarden uit te dragen en toe te lichten, in het bijzonder via regelmatige contacten met overheden en, parallel daaraan, met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld;

28. ist der Ansicht, dass eine der Hauptursachen der politischen Instabilität in der Region darin besteht, dass es an Demokratie fehlt, und dass die Länder der MENA-Region chronische Instabilität langfristig am besten verhindern können, indem sie die Menschenrechte und die Grundätze der Demokratie achten; fordert die EU und ihre Mitgliedstaaten auf, die MENA-Region nicht nur unter dem Gesichtspunkt kurzfristiger Sicherheitsbedrohungen zu betrachten, sondern mit Blick auf die demokratischen Ziele der Gesellschaften in der Region tatkräftige, solide Unterstützung zu leisten; hebt hervor, dass im Rahmen eines ganzheitlichen, ambitionierten Demokratiekonzepts ausgewogene Maßnahmen getroffen werden müssen, mit denen die Sicherheitspolitik an die Frage der Menschenrechte gekoppelt wird, da letztere zu den Prioritäten der EU gehören; hebt hervor, dass die EU die langfristige Stabilität in der MENA-Region stärken muss, indem sie die Zivilgesellschaft – vor allem über das Europäische Instrument für Demokratie und Menschenrechte und die Fazilität zur Förderung der Zivilgesellschaft im Rahmen der Nachbarschaftspolitik, aber auch durch neue Instrumente zur Förderung der Demokratie, wie den Europäischer Demokratiefonds – weiter unterstützt; fordert die Mitgliedstaaten auf, für den Demokratiefonds im Geist der Solidarität und der Unterstützung ausreichende Mittel bereitzustellen, damit die Akteure vor Ort und der demokratische Wandel in der Region möglichst flexibel und wirksam unterstützt werden können; fordert den EAD auf, sich deutlich stärker für die Verbreitung und Vermittlung der europäischen Werte einzusetzen und dazu insbesondere seine regelmäßigen Treffen mit Regierungen und Vertretern der Zivilgesellschaft zu nutzen;
28. is ervan overtuigd dat het gebrek aan democratie een van de dieper liggende oorzaken van de politieke instabiliteit in de regio is en dat eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele democratische beginselen op lange termijn de beste garantie biedt tegen chronische instabiliteit in de landen van de MONA-regio; doet een beroep op de EU en haar lidstaten om de MONA-regio niet slechts te bezien vanuit het oogpunt van veiligheidsrisico's op de korte termijn en de democratische aspiraties van de samenlevingen in de regio actief en blijvend te ondersteunen; onderstreept dat, in het kader van een holistische en ambitieuze benadering ten behoeve van de democratie, evenwichtige maatregelen moeten worden genomen teneinde het veiligheidsbeleid te koppelen aan het voor de EU prioritaire beleid inzake de mensenrechten; onderstreept het belang van de versterking van de stabiliteit op lange termijn in de MONA-regio middels niet-aflatende steun van de EU aan het maatschappelijk middenveld, met name via het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR) en de ENI-faciliteit voor het maatschappelijk middenveld, alsmede via nieuwe instrumenten ten behoeve van de democratie, zoals het Europees Fonds voor Democratie (EFD); roept de lidstaten op om, in het kader van solidariteit en engagement, voldoende middelen uit te trekken voor de begroting van het fonds, zodat het zo flexibel en doeltreffend mogelijk steun kan verlenen aan lokale spelers op het vlak van democratische verandering in de regio; verzoekt de EDEO om nog meer inspanningen te leveren om de Europese waarden uit te dragen en toe te lichten, in het bijzonder via regelmatige contacten met overheden en, parallel daaraan, met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld;

12. fordert die Kommission auf, möglichst langfristige Maßnahmen zu treffen, und zwar insbesondere solche Maßnahmen, die zu einer Umgestaltung der gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften führen könnten;
12. verzoekt de Commissie met klem om, zo mogelijk, langetermijnacties op te zetten, in het bijzonder acties die kunnen leiden tot een herstructurering van de communautaire wetgeving.

stellt fest, dass die euro-atlantische und weitere internationale Sicherheit eng mit der Zukunft Afghanistans als einem friedlichen und demokratischen Staat, in dem die Menschenrechte geachtet werden und keine Bedrohung durch Terrorismus herrscht, verbunden ist; begrüßt das feste und langfristige Engagement der NATO in Afghanistan, das in der „neuen strategischen Vision“ der ISAF („International Security Assistance Force“) zum Ausdruck kommt, sowie den umfassenden Ansatz der internationalen Gemeinschaft unter Zusammenführung ziviler und militärischer Maßnahmen, einschließlich der Polizeimission der Europäischen Union, die Teil des Gesamtengagements der Europäischen Union in Afghanistan und eines koordinierten Ansatzes der Europäischen Union — einschließlich, der lokalen politischen Orientierung — ist, die der Sonderbeauftragte der Europäischen Union gewährt, und ein Projekt zum Wiederaufbau umfasst, das u. a. durch die Kommission geleitet wird; fordert die Europäische Union und die Vereinigten Staaten auf, dringend Schritte zu unternehmen, um ihre Entwicklungshilfe für Afghanistan aufzustocken, zu verbessern und besser abzustimmen, u. a. dadurch, dass möglichst viele Mittel über afghanische Institutionen und erfahrene Nichtregierungsorganisationen geleitet werden;
beklemtoont dat de Euro-Atlantische en in ruimere zin de internationale veiligheid gekoppeld is aan de toekomst van Afghanistan als een vredelievend en democratisch land, dat de mensenrechten in ere houdt en gevrijwaard is van de dreiging van het terrorisme; is dan ook ingenomen met de overtuigende en blijvende inzet van de NAVO in Afghanistan, zoals wordt onderstreept in de „nieuwe strategische visie” van de ISAF (Internationaal Security Assistance Force), en met de alomvattende aanpak van de internationale gemeenschap, waarin civiele en militaire inspanningen samenkomen, zoals de EU-politiemissie (EUPOL) die onderdeel is van de EU-inzet in Afghanistan en een gecoördineerde EU-benadering die lokale beleidssteun omvat door de bijzondere vertegenwoordiger van de EU en een wederopbouwinspanning die met name door de Commissie wordt verricht; verzoekt de EU en de Verenigde Staten spoedig maatregelen te nemen om hun ontwikkelingshulp aan Afghanistan op te voeren, te verbeteren en betere te coördineren, met name door zo veel mogelijk middelen naar de Afghaanse instellingen en ervaren NGO's te leiden;

27. ist der Ansicht, dass ein wirkungsvolles und effizientes harmonisiertes Unterstützungssystem, in das die bewährte Praxis in den Mitgliedstaaten einfließt, das langfristige Ziel in Europa sein sollte, damit die Technologien für erneuerbare Energiequellen in möglichst effizienter Weise eingesetzt werden; ist der Ansicht, dass nationale Unterstützungssysteme dennoch erforderlich sind, um das Vertrauen der Investoren zu erhalten, da zahlreiche Mitgliedstaaten erst jetzt mit größeren Investitionen in erneuerbare Energiequellen beginnen und der Elektrizitätsbinnenmarkt noch nicht vollendet ist; weist darauf hin, dass die derzeitigen politischen Maßnahmen zur Förderung erneuerbarer Energiequellen dem Ziel dienen, dass diese Energiequellen langfristig tragfähig und im Energiebinnenmarkt wettbewerbsfähig sind;
27. is van mening dat een doeltreffend en efficiënt geharmoniseerd steunstelsel dat put uit de beste praktijken in de lidstaten, het langetermijndoel in Europa moet zijn om ervoor te zorgen dat de technologie voor hernieuwbare energie optimaal wordt benut; is van mening dat er niettemin nationale steunstelsels nodig zijn om het vertrouwen van investeerders vast te houden, aangezien veel lidstaten nu pas op grote schaal in hernieuwbare energie beginnen te investeren en de interne elektriciteitsmarkt nog niet is voltooid; wijst erop dat met de bestaande beleidsmaatregelen ter ondersteuning van hernieuwbare energiebronnen wordt beoogd dat zij op lange termijn levensvatbaar worden en op de interne energiemarkt kunnen concurreren;

26. ist der Ansicht, dass ein wirkungsvolles und effizientes harmonisiertes Unterstützungssystem, in das die bewährte Praxis in den Mitgliedstaaten einfließt, das langfristige Ziel in Europa sein sollte, damit die Technologien für erneuerbare Energiequellen in möglichst effizienter Weise eingesetzt werden; ist der Ansicht, dass nationale Unterstützungssysteme dennoch erforderlich sind, um das Vertrauen der Investoren zu erhalten, da zahlreiche Mitgliedstaaten erst jetzt mit größeren Investitionen in erneuerbare Energiequellen beginnen und der Elektrizitätsbinnenmarkt noch nicht vollendet ist; weist darauf hin, dass die derzeitigen politischen Maßnahmen zur Förderung erneuerbarer Energiequellen dem Ziel dienen, dass diese Energiequellen langfristig tragfähig und im Energiebinnenmarkt wettbewerbsfähig sind
26. is van mening dat een doeltreffend en efficiënt geharmoniseerd steunstelsel dat put uit de beste praktijken in de lidstaten, het langetermijndoel in Europa moet zijn om ervoor te zorgen dat de technologie voor hernieuwbare energie optimaal wordt benut; is van mening dat er niettemin nationale steunstelsels nodig zijn om het vertrouwen van investeerders vast te houden, aangezien veel lidstaten nu pas op grote schaal in hernieuwbare energie beginnen te investeren en de interne elektriciteitsmarkt nog niet is voltooid; wijst erop dat met de bestaande beleidsmaatregelen ter ondersteuning van hernieuwbare energiebronnen wordt beoogd dat zij op lange termijn levensvatbaar worden en op de interne energiemarkt kunnen concurreren;

3. VERWEIST auf die letzten Wirtschaftsanalysen und insbesondere den Bericht von Sir Nicholas Stern über die Ökonomie des Klimawandels, der belegt, dass der Klimawandel eine ernstzunehmende Bedrohung ist, dass der Nutzen energischer, frühzeitiger und globaler Maßnahmen zur Bekämpfung des Klimawandels die Kosten, die durch Untätigkeit entstehen würden, mehr als aufwiegt, dass ein weltweites Vorgehen gegen den Klimawandel langfristig eine wachstumsfördernde Strategie darstellt und verwirklicht werden kann, ohne dass hierdurch das nachhaltige Wachstum einer Partei beeinträchtigt wird, und dass die Kosten umso geringer sein werden, je früher effiziente Maßnahmen getroffen werden; IST DAVON ÜBERZEUGT, dass die Einbeziehung von Aspekten des Klimawandels in die sektorale Entscheidungsfindung über Instrumente wie den Kohlenstoff-Emissionspreis Anreize für die Entwicklung, Anwendung und Verbreitung von Technologien mit geringem Ausstoß an Treibhausgasen schafft, eine proaktive Anpassung und möglichst kostengünstige Abschwächung fördert und in Bezug auf die Energiesicherheit, die Luftverschmutzung und die nachhaltige Entwicklung beträchtliche zusätzliche Vorteile bringt;
3. BENADRUKT de meest recente economische analyses, met name het rapport van Sir Nicholas Stern over de economische gevolgen van klimaatverandering, waaruit blijkt dat klimaatverandering een ernstige bedreiging vormt, dat de voordelen van een krachtig en vroegtijdig wereldwijd optreden op het gebied van klimaatverandering ruimschoots opwegen tegen de kosten van niets doen, dat de wereldwijde bestrijding van klimaatverandering een op groei gerichte strategie voor de lange termijn is, die kan worden uitgevoerd zonder de duurzame ontwikkeling van partijen te beknotten, en dat hoe eerder effectief wordt opgetreden, hoe lager de kosten zullen zijn; IS ERVAN OVERTUIGD dat integratie van klimaatveranderingsaspecten in sectorale besluitvorming, via instrumenten zoals het vaststellen van een koolstofprijs, stimulerend werkt voor de ontwikkeling, inzet en verspreiding van technologieën met een lage uitstoot van broeikasgassen, proactieve aanpassing en mitigatie tegen de laagste kostprijs bevordert, en belangrijke positieve neveneffecten heeft wat energiezekerheid, luchtverontreiniging en duurzame ontwikkeling betreft;

8. STELLT FEST, dass die Treibhausgasemissionen der Parteien des Anhangs I, die Vertragsparteien des Kyoto-Protokolls sind, im Jahre 2000 nur ca. 30 % der Gesamtemissionen ausmachten, dass der Anteil der EU im Jahre 2000 nur 14 % der Gesamtemissionen betrug und dass diese beiden Anteile in den nächsten Jahrzehnten im Verhältnis zu den Gesamtemissionen voraussichtlich sinken werden; GELANGT ZU DEM SCHLUSS, dass im Hinblick auf eine möglichst hohe Effizienz bei der Bewältigung der Klimaänderungen verstärkte weitere Maßnahmen der Parteien des Anhangs I Teil weltweiter Bemühungen aller Parteien um die verstärkte Umsetzung des Übereinkommens in Einklang mit dem Grundsatz der gemeinsamen, aber unterschiedlichen Verantwortlichkeiten und der jeweiligen Fähigkeiten sein müssen, und SIEHT einem erfolgreichen Dialog über langfristige gemeinsame Maßnahmen ERWARTUNGSVOLL ENTGEGEN;
8. CONSTATEERT dat de broeikasgasemissies van de in bijlage I opgenomen partijen die partij zijn bij het Protocol van Kyoto slechts circa 30% van de wereldwijde emissies in 2000 bedroegen, dat het aandeel van de EU slechts 14% van de wereldwijde emissies in 2000 bedroeg en dat deze twee aandelen, naar verwacht wordt, de komende decennia zullen verminderen; CONCLUDEERT dat als meest doeltreffend middel voor de bestrijding van klimaatverandering versterkte verdere maatregelen door de in bijlage I opgenomen partijen deel moeten uitmaken van een wereldwijde inspanning van alle partijen, overeenkomstig het beginsel van gezamenlijke, maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden en respectieve capaciteiten, om de uitvoering van het Verdrag te verbeteren, en KIJKT UIT naar een succesvolle dialoog over samenwerking op lange termijn;