Vertaling van "möglicherweise weiter gestärkt " (Duits → Nederlands) :

82. erkennt die Bemühungen der Kommission an, keine zusätzlichen Planstellen zu beantragen, sowie ihre Zusage, den gesamten Bedarf, einschließlich desjenigen im Zusammenhang mit neuen Prioritäten und dem Inkrafttreten des AEUV, lediglich durch interne Neuverwendung der vorhandenen Humanressourcen zu decken; fragt sich insbesondere, von wo die 230 zusätzlichen Planstellen, die erforderlich sind, um die angemessene Überwachung der wirtschaftlichen und finanziellen Situationen der Mitgliedstaaten zu gewährleisten, in der GD ECFIN umgeschichtet werden sollen, und welche Auswirkungen es haben wird, dass nach Umschichtungen in spezifischen Generaldirektionen 70 Planstellen weniger für administrative Unterstützung und Programmverwaltung existieren werden; unterstreicht, dass das Thema der Humanressourcen umso bedeutender ist aufgrund der Tatsache, dass die GD ECFIN möglicherweise weiter gestärkt werden muss, um wichtige zusätzliche Aufgaben zu bewältigen, sobald das Paket zur wirtschaftspolitischen Steuerung angenommen worden ist;
82. erkent dat de Commissie zich inspant om geen extra posten te vragen en toezegt dat zij in alle behoeften – met inbegrip van die welke verband houden met nieuwe prioriteiten en de inwerkingtreding van het VWEU – zal voorzien uitsluitend via interne herverdeling van reeds aanwezig personeel; verzoekt om nadere informatie, met name waar de 230 extra posten die nodig zijn voor adequaat toezicht op de economische en financiële situatie van de lidstaten binnen DG ECFIN vandaan zouden moeten komen en wat de gevolgen zullen zijn van het wegvallen van 70 posten voor administratieve ondersteuning en het beheer van programma's na een herschikking binnen specifieke directoraten-generaal; benadrukt dat het personeelsvraagstuk nog belangrijker wordt gezien het feit dat DG ECFIN wellicht verder versterkt moet worden om belangrijke bijkomende taken uit te kunnen voeren na de goedkeuring van het pakket inzake economisch bestuur;

81. erkennt die Bemühungen der Kommission an, keine zusätzlichen Planstellen zu beantragen, sowie ihre Zusage, den gesamten Bedarf, einschließlich desjenigen im Zusammenhang mit neuen Prioritäten und dem Inkrafttreten des AEUV, lediglich durch interne Neuverwendung der vorhandenen Humanressourcen zu decken; fragt sich insbesondere, von wo die 230 zusätzlichen Planstellen, die erforderlich sind, um die angemessene Überwachung der wirtschaftlichen und finanziellen Situationen der Mitgliedstaaten zu gewährleisten, in der GD ECFIN umgeschichtet werden sollen, und welche Auswirkungen es haben wird, dass nach Umschichtungen in spezifischen Generaldirektionen 70 Planstellen weniger für administrative Unterstützung und Programmverwaltung existieren werden; unterstreicht, dass das Thema der Humanressourcen umso bedeutender ist aufgrund der Tatsache, dass die GD ECFIN möglicherweise weiter gestärkt werden muss, um wichtige zusätzliche Aufgaben zu bewältigen, sobald das Paket zur wirtschaftspolitischen Steuerung angenommen worden ist;
81. erkent dat de Commissie zich inspant om geen extra posten te vragen en toezegt dat zij in alle behoeften – met inbegrip van die welke verband houden met nieuwe prioriteiten en de inwerkingtreding van het VWEU – zal voorzien uitsluitend via interne herverdeling van reeds aanwezig personeel; verzoekt om nadere informatie, met name waar de 230 extra posten die nodig zijn voor adequaat toezicht op de economische en financiële situatie van de lidstaten binnen DG ECFIN vandaan zouden moeten komen en wat de gevolgen zullen zijn van het wegvallen van 70 posten voor administratieve ondersteuning en het beheer van programma's na een herschikking binnen specifieke directoraten-generaal; benadrukt dat het personeelsvraagstuk nog belangrijker wordt gezien het feit dat DG ECFIN wellicht verder versterkt moet worden om belangrijke bijkomende taken uit te kunnen voeren na de goedkeuring van het pakket inzake economisch bestuur;

8. betont, dass das Vertrauen der Öffentlichkeit in das Wahlsystem und die demokratischen Strukturen gestärkt werden muss, und fordert das Parlament auf, die Wahlrechtsreform zu beschleunigen, indem die Vorschriften zur Regelung der Wahlen und der Parteienfinanzierung geändert werden, darunter auch der Gesetzentwurf über ein einziges Wählerverzeichnis und die Änderungsentwürfe zum Gesetz über die Personalausweise; betont, dass in Bezug auf das einzige Wählerverzeichnis uneingeschränkte Transparenz und Rechenschaftspflicht vonnöten sind; fordert, dass diese Reformen im Einklang mit den seit langem vorliegenden Empfehlungen des BDIMR der OSZE stehen und vollkommen transparent in Zusammenarbeit mit der Zivilgesellschaft durchgeführt werden müssen; unterstützt die Forderung der Kommission, eine eindeutige und von einem breiten Konsens getragene Abgrenzung zwischen öffentlichen Interessen und Parteiinteressen zu schaffen; fordert die Regierung auf, vorausweisend Informationen über staatliche Beihilfen an Einzelpersonen und Unternehmen, über die Beschäftigung im öffentlichen Sektor und über weitere Ausgaben zu veröffentlichen, die sich möglicherweise auf das Wahlverhalten auswirken; stellt fest, dass der Eindruck von Korruption ebenso schädlich sein kann wie Korruption selbst;
8. benadrukt dat het vertrouwen van de bevolking in het kiesstelsel en de democratische structuren moet worden verbeterd en verzoekt het parlement de herziening van het kiesrecht te versnellen door de wetten die de verkiezingen en de financiering van politieke partijen regelen, te wijzigen, met inbegrip van de ontwerpwetgeving over één enkele kiezerslijst en de ontwerpwijzigingen van de wet op de identiteitskaarten; onderstreept dat het één-kiezersregister volledig transparant en aan controle onderworpen moet zijn; benadrukt dat deze hervormingen in overeenstemming met de sinds lang bestaande aanbevelingen van de OVSE en het ODIHR en volledig transparant moeten zijn, en dat het maatschappelijk middenveld erbij moet worden betrokken; steunt de oproep van de Commissie om een duidelijke, algemeen aanvaarde afbakening van openbare en partijpolitieke belangen vast te stellen; verzoekt de regering proactief informatie te publiceren over de staatssteun aan individuen en bedrijven, werkgelegenheid in de openbare dienstensector en andere uitgaven die van invloed kunnen zijn op het stemgedrag; merkt op dat de perceptie van corruptie net zo schadelijk kan zijn als corruptie zelf;