Vertaling van "märz 2012 vorzulegen " (Duits → Nederlands) :

Ursprünglich war der entsprechende Bericht der Europäischen Kommission bis spätestens 30. Juni 2012 vorzulegen; die Frist wurde jedoch bis zum 21. März 2013 verlängert, um eine Berücksichtigung der Delegierten Verordnung (EU) Nr. 244/2012 der Kommission über die Kostenoptimalitätsmethode zu ermöglichen.
De oorspronkelijke deadline van 30 juni 2012 voor kennisgeving van dit verslag aan de Commissie werd verlengd tot 21 maart 2013, teneinde rekening te houden met de bekendmaking van Gedelegeerde Verordening nr. 244/2012 van de Commissie over de kostenoptimale methodologie.

Er vereinbarte, sie dem Europäischen Rat auf sei­ner Tagung am 1./2. März 2012 vorzulegen.
Hij zal die conclusies aan de Europese Raad voorleggen voor diens bijeenkomst op 1 en 2 maart.

10. fordert das Einfrieren der Haushaltslinien, die mit jeglichen Reisen im Jahr 2013 im Zusammenhang stehen, und den Verzicht auf jedwede Indexierung der individuellen parlamentarischen Vergütungen der Mitglieder bis zum Ende der Wahlperiode; sieht mit Interesse dem Bericht des Generalsekretärs über die Reisen entgegen, der dem Präsidium und dem Haushaltsausschuss bis 31. März 2012 vorzulegen ist;
10. vraagt dat alle begrotingslijnen in verband met reizen in 2013 worden bevroren en dat er geen indexering komt van welke individuele vergoedingen van de leden ook tot het einde van de zittingsperiode; wacht met belangstelling het rapport van de secretaris-generaal af over verplaatsingen, dat uiterlijk op 31 maart 2012 bij het Bureau en de Begrotingscommissie moet worden ingediend;

9. fordert das Einfrieren der Haushaltslinien, die mit jeglichen Reisen im Jahr 2013 im Zusammenhang stehen, und den Verzicht auf jedwede Indexierung der individuellen parlamentarischen Vergütungen der Mitglieder bis zum Ende der Wahlperiode; sieht mit Interesse dem Bericht des Generalsekretärs über die Reisen entgegen, der dem Präsidium und dem Haushaltsausschuss bis 31. März 2012 vorzulegen ist;
9. vraagt dat alle begrotingslijnen in verband met reizen in 2013 worden bevroren en dat er geen indexering komt van welke individuele vergoedingen van de leden ook tot het einde van de zittingsperiode; wacht met belangstelling het rapport van de secretaris-generaal af over verplaatsingen, dat uiterlijk op 31 maart 2012 bij het Bureau en de Begrotingscommissie moet worden ingediend;

75. glaubt, dass das Parlament in Zeiten zunehmender Finanzschwierigkeiten zahlreicher Europäer und anhaltender Sparprogramme ein Beispiel der Zurückhaltung durch den Abbau der Reisekosten geben sollte; ersucht das Präsidium darum, Bedingungen zu schaffen, damit Einsparungen in Höhe von 5 % bei jeder Art von Reisekosten, einschließlich Delegationen von Ausschüssen und interparlamentarischer Delegationen, unter vollständiger Achtung des Abgeordnetenstatuts und seiner Durchführungsbestimmungen möglich werden; glaubt, dass eine Verringerung der Dienstflüge von Mitgliedern des Parlaments dabei helfen würde, solche Einsparungen zu erzielen; fordert, dass 15 % der Mittel für Reisen bis zu einem Bericht des Generalsekretärs des Parlaments, der dem Präsidium und dem Haushaltsausschuss bis 31. März 2012 vorzulegen ist, in die Reserve eingestellt werden; fordert, dass in einem solchen Bericht die Durchführbarkeit von Maßnahmen zur Gewährleistung der größtmöglichen Effizienz der Reisen von Mitgliedern untersucht wird, um Empfehlungen geben zu können, wie Haushaltseinsparungen möglich wären, wobei alle Vorschläge und Entschließungen zu berücksichtigen sind, die das Parlament bereits zu dieser Frage angenommen hat; fordert das Parlament auf, Vorschläge zur Verringerung der Zahl von Flügen in der Businessklasse vorzulegen und den Kauf von Flugtickets in der Economy-/Flexieconomyklasse anzuregen, eine angemessene Behandlung der Vielfliegerpunkte zu gewährleisten und die Regeln für die Öffnungszeiten des Registers der Mitglieder zu ändern, insbesondere an Freitagen; erwartet, dass die Mittel für Reisen 2012 und in den Folgejahren bis zum Ende der Wahlperiode gekürzt werden; regt an, dass bei Einsparungen im Zusammenhang mit institutionellen Reisen der Primat des Pluralismus vor der Verhältnismäßigkeit bei der Festlegung der Zusammensetzung von Delegationen berücksichtigt wird;
75. is van mening dat het Parlement in tijden van toenemende financiële moeilijkheden voor veel Europeanen en een aanhoudend bezuinigingsbeleid blijk moet geven van ingetogenheid door zijn reiskosten te verlagen; verzoekt het Bureau de voorwaarden te scheppen om 5% te besparen op alle soorten reiskosten, waaronder voor delegaties van commissies en interparlementaire delegaties, met volledige inachtneming van het statuut van de leden en de uitvoeringsbepalingen daarvan; is van oordeel dat vermindering van het aantal zakenvluchten door leden van het Parlement zou helpen deze besparingen te verwezenlijken; wenst dat 15% van de reiskredieten in de reserve geplaatst wordt totdat de secretaris-generaal van het Parlement uiterlijk 31 maart 2012 een verslag heeft ingediend bij het Bureau en de Begrotingscommissie; dringt erop aan dat in dit verslag de haalbaarheid wordt onderzocht van maatregelen om bij reizen van leden een maximale efficiëntiegraad te bereiken, teneinde aanbevelingen voor mogelijke budgettaire bezuinigingen te kunnen doen, rekening houdende met alle voorstellen en resoluties die het Parlement ter zake al heeft goedgekeurd, door voorstellen in te dienen om het aantal business class-vluchten te verminderen, het boeken van economy- c.q. flexi-economyvluchten aan te moedigen, voor een goede behandeling van de Frequent Flyer-punten te zorgen en de regels aangaande de openingstijden van het ledenregister, met name op vrijdagen, te herzien; verwacht dat de kredieten voor dienstreizen in 2012 verlaagd zullen worden tot het einde van de zittingsperiode; stelt voor bij bezuinigingen op bezoeken voorrang te geven aan pluralisme boven proportionaliteit bij de samenstelling van de delegaties;

9. fordert die Verwaltung auf, eine unabhängige Bewertung des Haushalts des Parlaments vorzulegen, um in allen Haushaltslinien Einsparungsmöglichkeiten zu ermitteln, und diese Bewertung dem Haushaltsausschuss bis spätestens September 2012 vorzulegen; erinnert den Generalsekretär und das Präsidium in diesem Zusammenhang an seine Forderung nach einer Aktualisierung des Berichts des Generalsekretärs an das Präsidium aus dem Jahr 2002 über die Kosten der Aufrechterhaltung von drei Arbeitsorten; erinnert den Generalsekretär und das Präsidium ferner an seine Forderung nach der baldigen Einsetzung einer Arbeitsgruppe; vertritt die Ansicht, dass eine solche Gruppe unter anderem die Erkenntnisse des geforderten Berichts über die Reisen der Mitglieder, der bis 31. März 2012 vorliegen muss, die Ergebnisse einer vergleichenden Studie über die Haushaltspläne einer repräsentativen Auswahl von Parlamenten der Mitgliedstaaten und den Haushaltsplan des Kongresses der Vereinigten Staaten sowie die Finanzierung der Gebäudepolitik erörtern sollte; verweist darauf, dass die Schlussfolgerungen der Gruppe unverzüglich umgesetzt werden sollten;
9. dringt er bij de administratie op aan een onafhankelijke evaluatie van de begroting van het Parlement uit te voeren, om in alle begrotingslijnen besparingsmogelijkheden te identificeren, en deze evaluatie uiterlijk in september 2012 voor te leggen aan de Begrotingscommissie; herinnert de secretaris-generaal en het Bureau aan zijn verzoek om de actuele stand van zaken met betrekking tot het verslag uit 2002 van de secretaris-generaal aan het Bureau over de kosten van handhaving van drie werklocaties; herinnert de secretaris-generaal en het Bureau verder aan zijn verzoek om hiervoor zo spoedig mogelijk een werkgroep op te richten; is van mening dat deze groep onder andere de vaststellingen van het gevraagde rapport over de reizen van de leden, dat af moet zijn op 31 maart 2012, de resultaten van een vergelijkend onderzoek van de begroting van een representatieve staal van parlementen van lidstaten en van de begroting van het Amerikaanse Congres en de financiering van het gebouwenbeleid moet bespreken; herinnert eraan dat aan de conclusies van de groep onverwijld gevolg moet worden gegeven;

15. MÄRZ 2012 - Erlass der Wallonischen Regierung über die Erklärung, die im Bereich der Steuer auf Automaten in der Wallonischen Region vorzulegen ist
15 MAART 2012. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de in te dienen aangifte voor de belasting op de automaten in het Waalse Gewest

1. BEKRÄFTIGT die gemeinsame Zusage der Industrieländer im Rahmen der Vereinbarung von Kopenhagen, für die Zeit von 2010 bis 2012 neue und zusätzliche Mittel auch für forst­wirtschaftliche Maßnahmen und Investitionen durch internationale Institutionen in Höhe von ca. 30 Mrd. USD bereitzustellen; WEIST AUF die Schlussfolgerungen des Europäischen Rates vom 25. März 2010 HIN, und auf die Zusage der EU und ihrer Mitgliedstaaten, während des Zeitraums 2010 bis 2012 insgesamt 7,2 Mrd. EUR bereit­zustellen und in Cancún sowie danach alljährlich einen umfassenden Bericht über die Anschubfinanzierung vorzulegen;
1. BEVESTIGT dat de ontwikkelde landen in het akkoord van Kopenhagen collectief hebben toegezegd om nieuwe en extra middelen te verstrekken, ook voor bebossing en investeringen via internationale instellingen, ten belope van ongeveer 30 miljard dollar voor de periode 2010 tot en met 2012; HERINNERT AAN de conclusies van de Europese Raad van 25 maart 2010 en de toezegging van de EU en haar lidstaten om gedurende de periode 2010-2012 cumulatief 7,2 miljard euro ter beschikking te stellen, en om in Cancún, en vervolgens elk jaar, een alomvattend verslag over de snelstartfinanciering in te dienen.

"Der Europäische Rat hat am 25. März 2010 bekräftigt, dass die EU und ihre Mitgliedstaaten ihre Zusage einlösen werden, im Rahmen der Umsetzung der Vereinbarung von Kopenhagen während des Zeitraums 2010 bis 2012 jährlich 2,4 Mrd. EUR als Anschubfinanzierung bereitzustellen; ferner hat er die EU und ihre Mitgliedstaaten dazu verpflichtet, auf der UNFCCC-Tagung im Mai/Juni 2010 einen vorläufigen Sachstandsbericht vorzulegen.
De Europese Raad bevestigde op 25 maart dat de EU en haar lidstaten uitvoering zullen geven aan hun toezegging om gedurende de periode 2010-2012 jaarlijks 2,4 miljard euro ter beschikking te stellen voor snelstartfinanciering, in het kader van de uitvoering van het akkoord van Kopenhagen; en dat de EU en haar lidstaten bereid zijn tijdens de UNFCCC-zitting in mei/juni 2010 een voorlopige stand van zaken voor te leggen.