Traduction de «märz 2001 endgültig » (Allemand → Néerlandais) :

Dass in der Tat das Bestehen einer vertraglichen, gesetzlichen oder verordnungsrechtlichen Verpflichtung nicht ausschließt, dass ein Schaden im Sinne von Artikel 1382 des Zivilgesetzbuches vorliegt, außer wenn aus dem Inhalt oder der Tragweite des Vertrags, des Gesetzes oder der Verordnung hervorgeht, dass die vorzunehmende Ausgabe oder Leistung endgültig demjenigen obliegt, der sich dazu verpflichtet hat oder der sie ausführen muss aufgrund des Gesetzes oder der Verordnung » (Kass., 19. Februar 2001, Pas., 2001, Nr. 99; siehe ebenfalls: Kass., 30. Januar 2002, Pas., 2002, Nr. 63; 4. März 2002, Pas., 2002, Nr. 154; 9. April 2003, Pas., 2003, Nr. 235; 10. April 2003, Pas., 2003, Nr. 245; 3. Dezember 2003, Pas., 2003, Nr. 614; 23. Februar 2004, Pas., 2004, Nr. 94; 16. Januar 2006, Pas., 2006, Nr. 35; 1. Oktober 2007, Pas., 2007, Nr. 443; 18. November 2011, Pas., 2011, Nr. 625; 14. Mai 2012, Pas., 2012, Nr. 298; 3. Mai 2013, Pas., 2013, Nr. 279; 23. Oktober 2013, Pas., 2013, Nr. 543).
Dat immers het bestaan van een contractuele, wettelijke of reglementaire verplichting niet uitsluit dat schade, in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek ontstaat, tenzij wanneer, blijkens de inhoud of de strekking van de overeenkomst, de wet of het reglement, de te verrichten uitgave of prestatie definitief voor rekening moet blijven van diegene die zich ertoe heeft verbonden of die ze ingevolge de wet of het reglement moet verrichten » (Cass., 19 februari 2001, Arr. Cass., 2001, nr. 99; zie eveneens Cass., 30 januari 2002, Arr. Cass., 2002, nr. 63; 4 maart 2002, Arr. Cass., 2002, nr. 154; 9 april 2003, Arr. Cass., 2003, nr. 235; 10 april 2003, Arr. Cass., 2003, nr. 245; 3 december 2003, Arr. Cass., 2003, nr. 614; 23 februari 2004, Arr. Cass., 2004, nr. 94; 16 januari 2006, Arr. Cass., 2006, nr. 35; 1 oktober 2007, Arr. Cass., 2007, nr. 443; 18 november 2011, Arr. Cass., 2011, nr. 625; 14 mei 2012, Arr. Cass., 2012, nr. 298; 3 mei 2013, Arr. Cass., 2013, nr. 279; 23 oktober 2013, Arr. Cass., 2013, nr. 543).

Dass in der Tat das Bestehen einer vertraglichen, gesetzlichen oder verordnungsrechtlichen Verpflichtung nicht ausschließt, dass ein Schaden im Sinne von Artikel 1382 des Zivilgesetzbuches vorliegt, außer wenn aus dem Inhalt oder der Tragweite des Vertrags, des Gesetzes oder der Verordnung hervorgeht, dass die vorzunehmende Ausgabe oder Leistung endgültig demjenigen obliegt, der sich dazu verpflichtet hat oder der sie ausführen muss aufgrund des Gesetzes oder der Verordnung » (Kass., 19. Februar 2001, Pas., 2001, Nr. 99; siehe ebenfalls: Kass., 30. Januar 2002, Pas., 2002, Nr. 63; 4. März 2002, Pas., 2002, Nr. 154; 9. April 2003, Pas., 2003, Nr. 235; 10. April 2003, Pas., 2003, Nr. 245; 3. Dezember 2003, Pas., 2003, Nr. 614; 23. Februar 2004, Pas., 2004, Nr. 94; 16. Januar 2006, Nr. 35; 1. Oktober 2007, Pas., 2007, Nr. 443; 18. November 2011, Pas., 2011, Nr. 625; 14. Mai 2012, Pas., 2012, Nr. 298; 3. Mai 2013, Pas., 2013, Nr. 279; 23. Oktober 2013, Pas., 2013, Nr. 543).
Dat immers het bestaan van een contractuele, wettelijke of reglementaire verplichting niet uitsluit dat schade, in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek ontstaat, tenzij wanneer, blijkens de inhoud of de strekking van de overeenkomst, de wet of het reglement, de te verrichten uitgave of prestatie definitief voor rekening moet blijven van diegene die zich ertoe heeft verbonden of die ze ingevolge de wet of het reglement moet verrichten » (Cass., 19 februari 2001, Arr. Cass., 2001, nr. 99; zie eveneens : Cass., 30 januari 2002, Arr. Cass., 2002, nr. 63; 4 maart 2002, Arr. Cass., 2002, nr. 154; 9 april 2003, Arr. Cass., 2003, nr. 235; 10 april 2003, Arr. Cass., 2003, nr. 245; 3 december 2003, Arr. Cass., 2003, nr. 614; 23 februari 2004, Arr. Cass., 2004, nr. 94; 16 januari 2006, nr. 35; 1 oktober 2007, Arr. Cass., 2007, nr. 443; 18 november 2011, Arr. Cass., 2011, nr. 625; 14 mei 2012, Arr. Cass., 2012, nr. 298; 3 mei 2013, Arr. Cass., 2013, nr. 279; 23 oktober 2013, Arr. Cass., 2013, nr. 543).

Zum einen hat das Gericht befunden, dass sich der Rat bereits am 7. Mai 2008, dem Tag der Verkündung des Urteils des Court of Appeal, endgültig nicht mehr auf den Beschluss des Home Secretary vom 28. März 2001 als Beschluss einer zuständigen Behörde im Sinne von Art. 1 Abs. 4 des Gemeinsamen Standpunkts 2001/931 habe stützen können, um die Eintragung der PMOI in der Liste nach Art. 2 Abs. 3 der Verordnung Nr. 2580/2001 aufrechtzuerhalten.
Enerzijds heeft het Gerecht geoordeeld dat de Raad vanaf 7 mei 2008, de datum waarop het arrest van de Court of Appeal is uitgesproken, zich in geen geval kon blijven baseren op het besluit van de Home Secretary van 28 maart 2001, als beslissing van een bevoegde instantie in de zin van artikel 1, lid 4, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931, teneinde de naam van de PMOI op de lijst van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 te handhaven.

Zwischen dem 7. Mai 2008, dem Tag der Verkündung des Urteils des Court of Appeal, aufgrund dessen sich der Rat endgültig nicht mehr auf den Beschluss des Home Secretary vom 28. März 2001 habe stützen können, und dem 15. Juli 2008, dem Tag des Erlasses des streitigen Beschlusses, seien mehr als zwei Monate verstrichen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat tussen de uitspraak van het arrest van de Court of Appeal op 7 mei 2008 waardoor de Raad zich definitief niet meer op het besluit van de Home Secretary van 28 maart 2001 kon baseren, en de vaststelling van het litigieuze besluit op 15 juli 2008, meer dan twee maanden waren verstreken.

Diese Erhöhung beträgt 10 % oder 20 % des Unterschieds zwischen einerseits dem Gehalt, das mit der Funktion verbunden ist, in der das Personalmitglied am 1. April 2001 endgültig in den Dienst der integrierten Polizei ernannt worden ist, und andererseits dem Gehalt, das mit der Funktion verbunden ist, in der es am 31. März 2001 endgültig ernannt war.
Die verhoging bedraagt 10 pct. of 20 pct. van het verschil tussen, enerzijds, de wedde die verbonden is aan het ambt waarin het personeelslid op 1 april 2001 vast werd benoemd bij de geïntegreerde politiediensten, en, anderzijds, de wedde die verbonden is aan het ambt waarin het personeelslid op 31 maart 2001 vast was benoemd.

In Abweichung von Artikel 8 § 1 Absätze 2 und 4 des obengenannten allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 wird davon ausgegangen, dass die Funktionen, die vor dem 1. April 2001 von Personalmitgliedern ausgeübt wurden, die entweder als Mitglieder des Einsatzkorps der Gendarmerie oder als im Verwaltungs- und Logistikkorps der Gendarmerie beschäftigte Militärpersonen zu den Polizeidiensten übergegangen sind und ab dem 1. April 2001 vollständig den Bestimmungen zur Festlegung des Statuts oder der Rechtsstellung der Mitglieder des Einsatzkaders oder des Verwaltungs- und Logistikkaders unterstanden, hinsichtlich der Festlegung des Referenzgehalts zur Berechnung der Pension als Personalmitglied der Polizeidienste auf der Grundlage des Gehalts besoldet wurden, das mit der Funktion verbunden war, in der diese Personalmitglieder zum 31. März 2001 endgültig ernannt wurden.
In afwijking van artikel 8, § 1, tweede en vierde lid, van voornoemde algemene wet van 21 juli 1844, worden de ambten die vóór 1 april 2001 werden uitgeoefend door de personeelsleden die, hetzij in de hoedanigheid van lid van het operationeel korps van de rijkswacht, hetzij in de hoedanigheid van militair tewerkgesteld in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, zijn overgegaan naar de politiediensten en vanaf 1 april 2001 volledig onderworpen waren aan de bepalingen die het statuut of de rechtspositie vastleggen van de leden van het operationeel of van het administratief en logistiek kader, voor de vaststelling van de referentiewedde die als grondslag dient voor de berekening van het pensioen als personeelslid van de politiediensten, geacht bezoldigd te zijn geweest op basis van de wedde die verbonden is aan het ambt waarin deze personeelsleden op 31 maart 2001 vast benoemd waren.

Der Europäische Rat wird den Bericht auf seiner Tagung in Stockholm am 23./24. März 2001 endgültig annehmen.
De Europese Raad zal dit verslag definitief aannemen tijdens zijn bijeenkomst in Stockholm op 23/24 maart 2001.

Zur Anwendung der Absätze 2 und 3 wird die Gehaltstabelle berücksichtigt, die durch den königlichen Erlass vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste festgelegt wurde und unter Berücksichtigung des Dienstalters dem Grad entspricht, in dem das Personalmitglied endgültig ernannt wurde, ungeachtet der Besoldung, die das Personalmitglied tatsächlich erhält.
Voor de toepassing van het tweede en het derde lid wordt de bij het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vastgestelde weddenschaal in aanmerking genomen die, rekening houdend met zijn anciënniteit, overeenstemt met de graad waarin het personeelslid vast is benoemd, ongeacht de bezoldiging die het personeelslid werkelijk geniet.

Durch Ministerialerlass vom 27. März 2001 wird Frau Hélène Andjaparidze am 1. März 2000 als Attaché endgültig ernannt.
Bij ministerieel besluit van 27 maart 2001 wordt Mevr. Hélène Andjaparidze met ingang van 1 maart 2000 in vast verband benoemd tot attaché.

Durch Ministerialerlass vom 7. März 2001 wird Frau Laetitia Gigot am 1. März 1998 als Attaché endgültig ernannt.
Bij ministerieel besluit van 7 maart 2001 wordt Mevr. Laetitia Gigot met ingang van 1 maart 1998 in vast verband benoemd tot attaché.