In seinen vorerwähnten Entscheiden Nrn. 105/2009, 117/2009 und 159/2009 hat der Gerichtshof wie folgt auf Vorabentscheidungsfragen geantwortet, bei denen das vorlegende Rechtsprechungsorgan oder der Angeklagte vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan davon ausgingen, dass die in Artikel 73sexies des MwStGB vorgesehene gesamtschuldnerische Verpflichtung als eine strafrechtliche Sanktion im Sinne von Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention anzusehen sei:
Bij zijn voormelde arresten nrs. 105/2009, 117/2009 en 159/2009 heeft het Hof als volgt geantwoord op prejudiciële vragen waarin het verwijzende rechtscollege of de beklaagde voor het verwijzende rechtscollege ervan uitgingen dat de hoofdelijke gehoudenheid waarin artikel 73sexies van het BTW-Wetboek voorziet, als een strafsanctie in de zin van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens diende te worden beschouwd :