Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "muss präjudizielle frage ablehnend beantwortet " (Duits → Nederlands) :

Ist - falls die zweite Frage verneinend beantwortet wird - Artikel 107 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union dahin auszulegen, dass eine Regelung der Staatsgarantie, die den natürlichen Personen gewährt wird, die Gesellschafter von im Finanzsektor tätigen zugelassenen Genossenschaften sind, im Sinne von Artikel 36/24 § 1 Absatz 1 Nr. 3 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung des Grundlagenstatuts der Belgischen Nationalbank eine neue staatliche Beihilfe ist, die der Europäischen Kommission gemeldet werden muss?

In geval van een ontkennend antwoord op de tweede vraag, dient artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in die zin te worden geïnterpreteerd dat een regeling van staatswaarborg toegekend aan de vennoten, natuurlijke personen, van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector, in de zin van artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, nieuwe staatssteun vormt die bij de Europese Commissie moet worden aangemeld ?


3. Ist - falls die zweite Frage verneinend beantwortet wird - Artikel 107 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union dahin auszulegen, dass eine Regelung der Staatsgarantie, die den natürlichen Personen gewährt wird, die Gesellschafter von im Finanzsektor tätigen zugelassenen Genossenschaften sind, im Sinne von Artikel 36/24 § 1 Absatz 1 Nr. 3 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung des Grundlagenstatuts der Belgischen Nationalbank eine neue staatliche Beihilfe ist, die der Europäischen Kommission gemeldet werden muss?

3. In geval van een ontkennend antwoord op de tweede vraag, dient artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in die zin te worden geïnterpreteerd dat een regeling van staatswaarborg toegekend aan de vennoten, natuurlijke personen, van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector, in de zin van artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, nieuwe staatssteun vormt die bij de Europese Commissie moet worden aangemeld ?


Der Europäische Gerichtshof hat diese Frage in dem vorerwähnten Urteil vom 15. Oktober 2015 beantwortet und insbesondere entschieden, dass der Begriff « haftpflichtiger Dritter » in Artikel 85a Absatz 1 des Statuts « eine autonome und einheitliche Auslegung in der Unionsrechtsordnung erhalten muss » (EuGH, 15. Oktober 2015, C-494/14, Urteil Europäische Union gegen Axa Belgium SA, Randnr. 28) und « jede Person, darunter die Versich ...[+++]

Het Hof van Justitie heeft die vraag bij het voormelde arrest van 15 oktober 2015 beantwoord en met name beslist dat het in artikel 85bis, lid 1, van het Statuut bedoelde begrip « aansprakelijke derde » « binnen de rechtsorde van de Unie autonoom en uniform moet worden uitgelegd » (HvJ, 15 oktober 2015, C-494/14, arrest Europese Unie t. Axa Belgium SA, punt 28) en « ziet op elke persoon, met inbegrip van de verzekeraar, die naar nationaal recht verplicht is om de door het slachtoffer of diens rechtverkrijgenden geleden schade te vergoeden » (ibid., punt 36).


Auch diese Frage muss auf europäischer Ebene beantwortet werden.

Ook deze vraag moet op Europees niveau worden beantwoord.


In Anbetracht der in Artikel 43 § 1 vorgesehenen und unter B.9.4 erläuterten Möglichkeiten einer richterlichen Prüfung muss auch die zweite präjudizielle Frage verneinend beantwortet werden.

Gelet op de mogelijkheden van jurisdictionele controle waarin artikel 43, § 1, voorziet en die onder B.9.4 zijn besproken, dient ook de tweede prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord.


In dieser Interpretation, der zufolge der durch Artikel 11 § 7 des Dekrets vom 5. September 1994 innerhalb der ULB gegründete Ausschuss als Verwaltungsbehörde qualifiziert wird, muss die präjudizielle Frage verneinend beantwortet werden.

In die interpretatie, volgens welke de bij artikel 11, § 7, van het decreet van 4 september 1994 in de schoot van de U.L.B. opgerichte commissie als een administratieve overheid wordt gekwalificeerd, dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord.


Hinsichtlich des unter B.5.1 erwähnten Behandlungsunterschieds muss die präjudizielle Frage ablehnend beantwortet werden.

Ten aanzien van het in overweging B.5.1 vermelde verschil in behandeling dient de prejudiciële vraag negatief te worden beantwoord.


Hinsichtlich des unter B.4.1 erwähnten Behandlungsunterschieds muss die präjudizielle Frage ablehnend beantwortet werden.

Ten aanzien van het in overweging B.4.1 vermelde verschil in behandeling dient de prejudiciële vraag negatief te worden beantwoord.


Da Artikel 370 § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches nicht auf den Fall der Volladoption durch den Ehepartner des ursprünglichen Elternteils des Adoptierten anwendbar ist, muss die präjudizielle Frage ablehnend beantwortet werden.

Aangezien artikel 370, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is op het geval van de volle adoptie door de echtgenoot van de verwekker van de geadopteerde, dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord.


Zum anderen lautet eine berechtigte Frage, die beantwortet werden muss: Wie lange kann man hinnehmen, dass ein Land bewusst die Einhaltung der Maastrichter Kriterien vermeidet?

Anderzijds wordt terecht de vraag gesteld hoe lang kan worden aanvaard dat een land zich opzettelijk onttrekt aan naleving van de criteria van Maastricht.


w