die Abschaffung der Todesstrafe und die Forderung nach einem allgemeinen Moratorium bei Hinrichtungen sind wesentliche Elemente der Beziehungen zwischen der Europäischen Union und Drittländern, weswegen die Tatsache, dass es in einem Drittstaat die Todesstrafe gibt, zwingend dazu führt, dass die Forderung nach deren Abschaffung oder nach einem allgemeinen Moratorium als eindeutiger Beleg der Position des EU gestellt wird;
de afschaffing van de doodstraf en het vereiste van een universeel moratorium op de doodstraf vormen een essentieel onderdeel van de betrekkingen tussen de Europese Unie en derde landen, met dien verstande dat het bestaan van de doodstraf in een derde land onlosmakelijk moet worden verbonden met de eis tot afschaffing ervan of dat een universeel moratorium wordt ingevoerd als duidelijke indicatie van het standpunt van de EU,