(5) Die Überstellung des Asylbewerbers durch den Mitgliedstaat, in dem der Asylantrag gestellt wurde, an den für die Prüfung des Antrags zuständigen Mitgliedstaat muß spätestens einen Monat nach Annahme des Aufnahmegesuchs oder einen Monat nach Ende des vom Ausländer gegebenenfalls gegen den Überstellungsbeschluß angestrengten Verfahrens erfolgen, sofern dieses aufschiebende Wirkung hat.
5. De overdracht van de asielzoeker van de lidstaat waarbij het asielverzoek is ingediend, aan de verantwoordelijke lidstaat moet plaatsvinden uiterlijk een maand na de aanvaarding van het verzoek tot overname of een maand na de beëindiging van de geschilprocedure die eventueel door de vreemdeling tegen het besluit tot overdracht is aangespannen, indien aan die procedure schorsende werking is verbonden.