(7) Wie groß sind die Unterschiede zwischen den einzelnen Plattformen, über die die Inhalte angeboten werden (z. B. terrestrischer und satellitengestützter Rundfunk, leitungsgebundenes Breitband (einschließlich Kabelfernsehen), mobiles Breitband), für das Kundenerlebnis des Verbrauchers und im Hinblick auf Verpflichtungen zu Erbringung von Dienstleistungen im allgemeinen Interesse?
(7) Hoe relevant zijn de verschillen tussen individuele platforms die gebruikt worden om inhoud te leveren (bijv. terrestrische en satellietomroep, breedband met inbegrip van kabeltelevisie, mobiel breedband) voor de consumentenervaring en met het oog op de verplichtingen om diensten te verrichten in het algemeen belang?