Vertaling van "mittleren betriebe jene " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe
Minister van Landbouw en van Kleine en Middelgrote Ondernemingen

Verwaltung der Politik der Kleinen und Mittleren Betriebe
Bestuur voor het Beleid van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen

Minister der Kleinen und Mittleren Betriebe und der Landwirtschaft
Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw

Minister der Kleinen und Mittleren Betriebe
Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Sie hat in Frankreich bewiesen, dass sie etwas von Wirtschaft versteht, dass sie vor allem auch die kleinen und mittleren Betriebe fördert, dass sie auf jene achtet, die tatsächlich arbeiten und Leistung bringen.
Zij heeft in Frankrijk bewezen dat ze verstand heeft van economie, dat zij met name ook de kleine en middelgrote ondernemingen stimuleert en dat zij oog heeft voor degenen die daadwerkelijk werken en een bijdrage leveren.

- Insofern Artikel 289bis § 2 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 zur Definierung der kleinen und mittleren Betriebe jene Massstäbe übernimmt, die die Anwendung des ermässigten Satzes der Körperschaftssteuer im Sinne von Artikel 215 Absatz 2 desselben Gesetzbuches regeln, verstösst er gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung.
- In zoverre artikel 289bis, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ter definiëring van de kleine en middelgrote onderneming de maatstaven overneemt die de toepassing regelen van het verlaagd tarief inzake vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, tweede lid, van het hetzelfde Wetboek, schendt het de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet.

Die GAP berücksichtigt weder die Bedürfnisse der Verbraucher, da die Preise der Nahrungsmittel kontinuierlich steigen, noch jene der Familienbetriebe und der mittleren Betriebe, die gezwungen sind, die Produktion aufzugeben.
Het GLB komt niet tegemoet aan de behoeften van de consumenten (zie de alsmaar stijgende prijzen) en de gezins- en de kleine en middelgrote bedrijven (die gedwongen worden de productie op te geven).