Dies sind offenkundige Verstöße gegen den Internationalen Pakt über bürgerliche und politische Rechte, den der Iran aus freien Stücken unterzeichnet und ratifiziert hat, sowie gegen die Erklärung über das Recht und die Verpflichtung von Einzelpersonen, Gruppen und Organen der Gesellschaft, die allgemein anerkannten Menschenrechte und Grundfreiheiten zu fördern und zu schützen, die am 21. November 1998 von allen Mitgliedstaaten der Vereinten Nationen angenommen wurde.
Deze praktijken vormen een welomschreven schending van het "Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten", dat door Iran vrijelijk is aangenomen en bekrachtigd, en van de "Verklaring betreffende het recht en de verantwoordelijkheid van personen, groeperingen en maatschappelijke instanties voor de bevordering en bescherming van erkende mensenrechten en fundamentele vrijheden", die in 1998 door alle leden van de Verenigde Naties is aangenomen.