Vertaling van "mitgliedstaaten erarbeiten dafür " (Duits → Nederlands) :

Viele Mitgliedstaaten erarbeiten dafür Maßnahmen zur Stärkung ihrer öffentlichen Einrichtungen und zur Verbesserung ihrer Kapazitäten, um wirksamere politische Strategien und bessere administrative Dienste bereitstellen zu können, Gerichtsverfahren zu beschleunigen, die Transparenz und Integrität der öffentlichen Einrichtungen zu erhöhen und die Beteiligung der Öffentlichkeit in den verschiedenen Phasen der Politikgestaltung zu verbessern.
Veel lidstaten plannen maatregelen om hun overheidsinstellingen sterker te maken en hun capaciteit te vergroten, met als uiteindelijke doel te zorgen voor effectieve beleidsmaatregelen, betere administratieve diensten, snellere gerechtelijke procedures, grotere transparantie en integriteit van de overheidsinstellingen en meer publieke inspraak in de verschillende fasen van de beleidsvorming.

In der Strategie werden die Mitgliedstaaten aufgefordert, einzelstaatliche Pläne zu erarbeiten, wie sie ihren Bürgern und Unternehmen die Möglichkeiten des Binnenmarktes bewusst machen können. Gleichzeitig wird der Kommission der Auftrag erteilt, dafür zu sorgen, dass diese Pläne regelmäßig auf hoher Ebene erörtert werden.
In de strategie worden de lidstaten om nationale voorlichtingsplannen verzocht die hun eigen burgers en ondernemingen bewuster maken van de kansen die de interne markt te bieden heeft. Daarnaast is vastgelegd dat de Commissie regelmatig op hoog niveau overleg over deze plannen zal plegen.

N. in der Erwägung, dass eine Erwerbstätigkeit eine wesentliche Voraussetzung dafür ist, dass Menschen mit Behinderungen ein unabhängiges Leben führen können, und dass die Mitgliedstaaten daher einen umfassenderen Zugang zur Beschäftigung für Menschen mit Behinderungen anstreben sollten, damit sie zu der Gesellschaft, in der sie leben, beitragen können, und dass die Mitgliedstaaten als Voraussetzung dafür allen Kindern mit Behinderungen, auch solchen mit Lernschwierigkeiten, inklusives Lernen ermöglichen sollten, damit sie von der Primarschule an ein gutes Bildungsniveau erwerben und eine ihren Lernfähigkeiten entsprechende Laufbahn einschlagen können, wodurch sie sich einen soliden Wissensstand erarbeiten können, der ihnen die Chance bietet, Karriere zu machen oder sich einen guten Arbeitsplatz zu sichern, der ihnen später ein unabhängiges Leben ermöglicht;
N. overwegende dat arbeid in loondienst van essentieel belang is om personen met een handicap in staat te stellen een onafhankelijk leven te leiden, en dat de lidstaten er daarom naar moeten streven de toegang tot de arbeidsmarkt voor mensen met een handicap te vergroten zodat zij kunnen bijdragen tot de maatschappij waarin zij leven, en dat de lidstaten, als voorafgaande voorwaarde, inclusief onderwijs moeten verstrekken voor alle kinderen met een handicap, waaronder kinderen met leerproblemen, om ze vanaf de lagere school een goede bagage te helpen verwerven zodat zij een op hun leervermogen afgestemde opleiding kunnen volgen, en hen daarbij in de gelegenheid te stellen een stevige onderwijsachtergrond op te doen die hen kan helpen een loopbaan uit te bouwen of een goede baan in de wacht te slepen waarmee ze later zelfstandig kunnen leven;

M. in der Erwägung, dass eine Erwerbstätigkeit eine wesentliche Voraussetzung dafür ist, dass Menschen mit Behinderungen ein unabhängiges Leben führen können, und dass die Mitgliedstaaten daher einen umfassenderen Zugang zur Beschäftigung für Menschen mit Behinderungen anstreben sollten, damit sie zu der Gesellschaft, in der sie leben, beitragen können, und dass die Mitgliedstaaten als Voraussetzung dafür allen Kindern mit Behinderungen, auch solchen mit Lernschwierigkeiten, inklusives Lernen ermöglichen sollten, damit sie von der Primarschule an ein gutes Bildungsniveau erwerben und eine ihren Lernfähigkeiten entsprechende Laufbahn einschlagen können, wodurch sie sich einen soliden Wissensstand erarbeiten können, der ihnen die Chance bietet, Karriere zu machen oder sich einen guten Arbeitsplatz zu sichern, der ihnen später ein unabhängiges Leben ermöglicht;
M. overwegende dat arbeid in loondienst van essentieel belang is om personen met een handicap in staat te stellen een onafhankelijk leven te leiden, en dat de lidstaten er daarom naar moeten streven de toegang tot de arbeidsmarkt voor mensen met een handicap te vergroten zodat zij kunnen bijdragen tot de maatschappij waarin zij leven, en dat de lidstaten, als voorafgaande voorwaarde, inclusief onderwijs moeten verstrekken voor alle kinderen met een handicap, waaronder kinderen met leerproblemen, om ze vanaf de lagere school een goede bagage te helpen verwerven zodat zij een op hun leervermogen afgestemde opleiding kunnen volgen, en hen daarbij in de gelegenheid te stellen een stevige onderwijsachtergrond op te doen die hen kan helpen een loopbaan uit te bouwen of een goede baan in de wacht te slepen waarmee ze later zelfstandig kunnen leven;

21. nimmt zur Kenntnis, dass die mit der Richtlinie 2009/28/EG zur Förderung der Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen geschaffenen Kooperationsmechanismen bislang noch nicht sehr viel genutzt werden, aber dass derzeit zahlreiche Kooperationsregelungen in Planung sind; verweist auf Erkenntnisse der Kommission, denen zufolge die bessere Nutzung der bestehenden Kooperationsmöglichkeiten erheblichen Nutzen bringen könnte, etwa die Förderung des Handels; begrüßt die Ankündigung der Kommission, Leitlinien zur Kooperation innerhalb der Union zu erarbeiten, die die praktische Anwendung der Kooperationsmechanismen aufzeigen und deren Herausforderungen sowie Wege, sie anzugehen, darlegen; fordert die Kommission auf, dafür zu sorgen, dass die Mitgliedstaaten die Leitlinien der Union anwenden; fordert die Kommission auf, eine Auslegung von Artikel 13 der Richtlinie 2009/28/EG zur Förderung der Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen aufzunehmen, um sicherzustellen, dass die Mitgliedstaaten die Richtlinie ordnungsgemäß umsetzen und öffentliche Behörden davon abhalten, Zertifizierungs- und Zulassungsverfahren wettbewerbsverzerrend einzusetzen; fordert die Mitgliedstaaten auf, anschließend gegebenenfalls die Mechanismen der Zusammenarbeit besser zu nutzen und die Kommunikation untereinander ebenfalls zu verstärken;
21. merkt op dat de door Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen ingestelde samenwerkingsmechanismen tot op heden niet veel benut zijn, maar dat er nu een aantal samenwerkingsmechanismen op stapel staat; verwijst naar bevindingen van de Commissie, waaruit blijkt dat betere benutting van de bestaande samenwerkingsmogelijkheden aanzienlijke voordelen zou opleveren zoals verregaande stimulering van de handel; is ingenomen met het door de Commissie uitgesproken voornemen om richtsnoeren uit te vaardigen voor samenwerking binnen de EU, waarin de praktische toepassing van samenwerkingsmechanismen wordt uitgelegd, de uitdagingen worden beschreven alsmede de wijze van aanpak daarvan; vraagt de Commissie erop toe te zien dat die richtsnoeren door de lidstaten worden gevolgd; verzoekt de Commissie tevens om een interpretatie van artikel 13 van de RES-richtlijn (2009/28/EG) op te nemen om ervoor te zorgen dat de lidstaten de richtlijn correct omzetten en om te voorkomen dat overheden certificerings- en vergunningsprocedures dusdanig toepassen dat de mededinging wordt verstoord; roept de lidstaten op om de samenwerkingsmechanismen vervolgens waar mogelijk meer te gaan gebruiken en ook meer onderling te communiceren;

21. nimmt zur Kenntnis, dass die mit der Richtlinie 2009/28/EG zur Förderung der Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen geschaffenen Kooperationsmechanismen bislang noch nicht sehr viel genutzt werden, aber dass derzeit zahlreiche Kooperationsregelungen in Planung sind; verweist auf Erkenntnisse der Kommission, denen zufolge die bessere Nutzung der bestehenden Kooperationsmöglichkeiten erheblichen Nutzen bringen könnte, etwa die Förderung des Handels; begrüßt die Ankündigung der Kommission, Leitlinien zur Kooperation innerhalb der EU zu erarbeiten, die die praktische Anwendung der Kooperationsmechanismen aufzeigen und deren Herausforderungen sowie Wege, sie anzugehen, darlegen; fordert die Kommission auf, dafür zu sorgen, dass die Mitgliedstaaten die Leitlinien der EU anwenden; fordert die Kommission auf, eine Auslegung von Artikel 13 der Richtlinie 2009/28/EU zur Förderung der Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen aufzunehmen, um sicherzustellen, dass die Mitgliedstaaten die Richtlinie ordnungsgemäß umsetzen und öffentliche Behörden davon abhalten, Zertifizierungs- und Zulassungsverfahren wettbewerbsverzerrend einzusetzen; fordert die Mitgliedstaaten auf, anschließend gegebenenfalls die Mechanismen der Zusammenarbeit besser zu nutzen und die Kommunikation untereinander ebenfalls zu verstärken;
21. merkt op dat de door Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen ingestelde samenwerkingsmechanismen tot op heden niet veel benut zijn, maar dat er nu een aantal samenwerkingsmechanismen op stapel staat; verwijst naar bevindingen van de Commissie, waaruit blijkt dat betere benutting van de bestaande samenwerkingsmogelijkheden aanzienlijke voordelen zou opleveren zoals verregaande stimulering van de handel; is ingenomen met het door de Commissie uitgesproken voornemen om richtsnoeren uit te vaardigen voor samenwerking binnen de EU, waarin de praktische toepassing van samenwerkingsmechanismen wordt uitgelegd, de uitdagingen worden beschreven alsmede de wijze van aanpak daarvan; vraagt de Commissie erop toe te zien dat die richtsnoeren door de lidstaten worden gevolgd; verzoekt de Commissie tevens om een interpretatie van artikel 13 van de RES-richtlijn (2009/28) op te nemen om ervoor te zorgen dat de lidstaten de richtlijn correct omzetten en om te voorkomen dat overheden certificerings- en vergunningsprocedures dusdanig toepassen dat de mededinging wordt verstoord; roept de lidstaten op om de samenwerkingsmechanismen vervolgens waar mogelijk meer te gaan gebruiken en ook meer onderling te communiceren;

nimmt zur Kenntnis, dass die mit der Richtlinie 2009/28/EG zur Förderung der Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen geschaffenen Kooperationsmechanismen bislang noch nicht sehr viel genutzt werden, aber dass derzeit zahlreiche Kooperationsregelungen in Planung sind; verweist auf Erkenntnisse der Kommission, denen zufolge die bessere Nutzung der bestehenden Kooperationsmöglichkeiten erheblichen Nutzen bringen könnte, etwa die Förderung des Handels; begrüßt die Ankündigung der Kommission, Leitlinien zur Kooperation innerhalb der Union zu erarbeiten, die die praktische Anwendung der Kooperationsmechanismen aufzeigen und deren Herausforderungen sowie Wege, sie anzugehen, darlegen; fordert die Kommission auf, dafür zu sorgen, dass die Mitgliedstaaten die Leitlinien der Union anwenden; fordert die Kommission auf, eine Auslegung von Artikel 13 der Richtlinie 2009/28/EG zur Förderung der Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen aufzunehmen, um sicherzustellen, dass die Mitgliedstaaten die Richtlinie ordnungsgemäß umsetzen und öffentliche Behörden davon abhalten, Zertifizierungs- und Zulassungsverfahren wettbewerbsverzerrend einzusetzen; fordert die Mitgliedstaaten auf, anschließend gegebenenfalls die Mechanismen der Zusammenarbeit besser zu nutzen und die Kommunikation untereinander ebenfalls zu verstärken;
merkt op dat de door Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen ingestelde samenwerkingsmechanismen tot op heden niet veel benut zijn, maar dat er nu een aantal samenwerkingsmechanismen op stapel staat; verwijst naar bevindingen van de Commissie, waaruit blijkt dat betere benutting van de bestaande samenwerkingsmogelijkheden aanzienlijke voordelen zou opleveren zoals verregaande stimulering van de handel; is ingenomen met het door de Commissie uitgesproken voornemen om richtsnoeren uit te vaardigen voor samenwerking binnen de EU, waarin de praktische toepassing van samenwerkingsmechanismen wordt uitgelegd, de uitdagingen worden beschreven alsmede de wijze van aanpak daarvan; vraagt de Commissie erop toe te zien dat die richtsnoeren door de lidstaten worden gevolgd; verzoekt de Commissie tevens om een interpretatie van artikel 13 van de RES-richtlijn (2009/28/EG) op te nemen om ervoor te zorgen dat de lidstaten de richtlijn correct omzetten en om te voorkomen dat overheden certificerings- en vergunningsprocedures dusdanig toepassen dat de mededinging wordt verstoord; roept de lidstaten op om de samenwerkingsmechanismen vervolgens waar mogelijk meer te gaan gebruiken en ook meer onderling te communiceren;

4. fordert die Mitgliedstaaten der Europäischen Union auf, eine europäische Plattform, bestehend aus Vertretern der nationalen Organisationen zu schaffen, die dafür zuständig sind, die Einhaltung der Grund- und Bürgerrechte durch die Mitgliedstaaten zu überwachen, um zu überprüfen, inwieweit die nationalen Rechtsvorschriften im Hinblick auf die Nachrichtendienste mit der Regelung der EMRK und der Charta der Grundrechte der Europäischen Union im Einklang stehen, um die gesetzlichen Regelungen zur Gewährleistung von Brief- und Fernmeldegeheimnis zu überprüfen und um sich überdies auf eine Empfehlung an die Mitgliedstaaten betreffend die Ausarbeitung eines Entwurfs eines Verhaltenskodex zu verständigen, der den Schutz der Privatsphäre, so wie er in Artikel 7 der Europäischen Charta der Grundrechte definiert ist, allen europäischen Bürgern auf dem Staatsterritorium der Mitgliedstaaten in seiner Gesamtheit gewährleistet und darüber hinaus garantiert, dass die Tätigkeit der Nachrichtendienste grundrechtskonform erfolgt, somit den in Kapitel 8 des Berichts seines nichtständigen Ausschusses, insbesondere in Abschnitt 8.3.4, aus Artikel 8 EMRK abgeleiteten Bedingungen entspricht; unterstreicht die Notwendigkeit, gemeinsame Normen zu erarbeiten, die den Erfordernissen des Grundrechtschutzes der Bürger besser angepasst sind und über die Garantien des Artikel 8 EMRK hinausgehen;
4. dringt er bij de lidstaten op aan een Europees platform op te richten, dat een onderzoek moet instellen naar de wettelijke regelingen ter garantie van het brief- en telefoongeheim, en bovendien tot overeenstemming te komen over een gemeenschappelijke tekst, waarin de bescherming van het privé-leven, zoals die in artikel 7 van het Europese Handvest van fundamentele rechten is gedefinieerd, integraal gewaarborgd wordt aan alle Europese burgers op het grondgebied van de lidstaten; bovendien moet worden gegarandeerd dat de inlichtingendiensten opereren onder eerbiediging van de fundamentele rechten, daarbij de noodzaak benadrukkend om communautaire wetteksten uit te werken die beter aan de vereisten van de bescherming van de volwassen burgers van de Unie zijn aangepast dan die welke vervat zijn in artikel 8 van het EVRM;