In diesem Zusammenhang ist festzuhalten, daß die Richtlinie (Arti
kel 3 Absatz 1) die Mitgliedstaaten zwar dazu verpflichtet, die von den anderen Mitgliedst
aaten ausgestellten gleichwertigen Erlaubnisse anzuerkennen, jedoch darüber hinaus präzisiert (Artikel 4 Absatz 3), daß der Aufnahmestaat zusätzliche Voraussetzungen oder Prüfungen
für die Anerkennung einer Erlaubnis vorschreiben kann, wenn er – insbesondere unter Berücksichtigun
...[+++]g der oben genannten vergleichenden Übersicht – begründete Zweifel an der Gleichwertigkeit dieser Erlaubnis hat.
In dit verband dient te worden opgemerkt dat de richtlijn (artikel 3, lid 1) de lidstaten ertoe verplicht de evenwaardige bewijzen te aanvaarden die door andere landen zijn afgegeven. In de richtlijn (artikel 4, lid 3) wordt bovendien bepaald dat, als het ontvangende land goede redenen heeft om aan de evenwaardigheid van een bewijs te twijfelen - meer bepaald in het licht van de voornoemde vergelijkende analyse -, dat land andere eisen kan stellen of bijkomende tests kan opleggen vooraleer het die bewijzen aanvaardt.