1. Die Mitgliedstaaten dürfen aus Gründen im Zusammenhang mit den von dieser Richtlinie erfassten Aspekten das Inverkehrbringen von Funkanlagen, die den Anforderungen dieser Richtlinie entsprechen, auf ihrem Hoheitsgebiet nicht verbieten, beschränken oder behindern.
1. Het is de lidstaten niet toegestaan het in de handel brengen op hun grondgebied van radioapparatuur die aan deze richtlijn voldoet, te verbieden, te beperken of te belemmeren om redenen die verband houden met de aspecten waarop deze richtlijn betrekking heeft.