B. insbesondere in der Erwägung, dass die Mitgliedschaft im Europäischen Parlament ab Beginn der laufenden Wahlperiode unvereinbar mit der Eigenschaft als Abgeordneter eines nationalen Parlaments eines Mitgliedstaats ist, einschließlich des Vereinigten Königreichs, da die vorübergehende Ausnahmeregelung gemäß Artikel 7 Absatz 2 Unterabsatz 2 zweiter Spiegelstrich dieses Akts nicht länger Anwendung findet,
B. in het bijzonder overwegende dat de hoedanigheid van lid van het Europees Parlement vanaf het begin van de huidige zittingsperiode onverenigbaar is met die van lid van een nationaal parlement van een lidstaat, met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk, daar de tijdelijke afwijking die is toegestaan op grond van artikel 7, lid 2, tweede alinea, tweede streepje van deze Akte niet langer van toepassing is,