(2) Ein Mitgliedstaat übermittelt im Rahmen seines nationalen Durchführungsplans gemäß Artikel 8 der Kommission und den übrigen Mitgliedstaaten den entsprechend seinen Verpflichtungen aufgrund des Übereinkommens erstellten Aktionsplan für Maßnahmen zur Ermittlung und Beschreibung der gesamten Freisetzungen sowie zu ihrer Minimierung mit dem Ziel der möglichst baldigen Einstellung, soweit durchführbar.
2. Een lidstaat legt het actieplan met maatregelen voor het identificeren, karakteriseren en het, met het oog op een waar mogelijk zo spoedig mogelijke eliminatie, minimaliseren van de totale vrijkoming dat hij heeft opgesteld in overeenstemming met zijn verplichtingen krachtens het verdrag, voor aan de Commissie en de andere lidstaten als onderdeel van het nationale uitvoeringsplan krachtens artikel 8.