(1) Ein Mitgliedstaat rückübernimmt auf Ersuchen der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien ohne andere als die in diesem Abkommen vorgesehenen Förmlichkeiten alle Personen, die die geltenden Voraussetzungen für die Einreise in das Hoheitsgebiet der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien oder die Anwesenheit oder den Aufenthalt in ihrem Hoheitsgebiet nicht oder nicht mehr erfüllen, sofern nachgewiesen oder glaubhaft gemacht ist, dass sie Staatsangehörige dieses Mitgliedstaats sind.
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.