Das Verhältnis zwischen der Bevölkerung und der Zahl von Sitzen jedes Mitgliedstaats muss vor Auf- oder Abrunden auf ganze Zahlen in Abhängigkeit von seiner jeweiligen Bevölkerung variieren, so dass jedes Mitglied des Europäischen Parlaments aus einem bevölkerungsreicheren Mitgliedstaat mehr Bürgerinnen und Bürger vertritt als jedes Mitglied aus einem bevölkerungsärmeren Mitgliedstaat, und umgekehrt, dass je bevölkerungsreicher ein Mitgliedstaat ist, desto höher sein Anspruch auf eine große Zahl von Sitzen.
de verhouding tussen de bevolking en het aantal zetels van elke lidstaat vóór afronding op hele getallen varieert naargelang van de respectieve bevolkingsomvang, zodat de led
en van het Europees Parlement uit een lidstaat met een grotere bevolking meer burgers verte
genwoordigen dan de leden uit een lidstaat met een kleinere bevolking en, omgekeerd, zodat hoe groter de bevolking van een li
dstaat is, hoe meer deze lidstaat recht heeft
...[+++] op een groot aantal zetels.