(9) Die von den Mitgliedstaaten nach Absatz 1 Unterabsatz 3 benannten Personen, die unter dem Vorsitz des Vorsitzenden der gemeinsamen Kontrollinstanz zusammentreten, geben sich eine Geschäfts- und Verfahrensordnung, die hinsichtlich der Prüfung einer Beschwerde objektive Kriterien für die Benennung der Mitglieder der Kontrollinstanz enthält.
9. De overeenkomstig lid 1, derde alinea, door de lidstaten aangestelde personen stellen onder leiding van de voorzitter van het gemeenschappelijk controleorgaan het reglement van orde en de procedurevoorschriften vast, die voor de behandeling van een beroep voorzien in objectieve criteria voor de aanstelling van de leden van het orgaan.