Traduction de « einem umfassenden mandat ausgestattet » (Allemand → Néerlandais) :

14° Kontrolleur: die Kontrollbediensteten, die mit einem gerichtspolizeilichen Mandat ausgestattet sind und dem Einsatzkader der föderalen und lokalen oder der Domänenpolizei angehören, die durch eine von diesen Behörden zugelassene Ausbildung angemessen geschult sind;
14° controleur : een controle-beambte, belast met een mandaat van de gerechtelijke politie die lid is van het operationeel kader van de federale of lokale politie of van de domaniale politie en die behoorlijk gevormd is via een door die instanties erkende opleiding;

Eine EU-Agentur für Cybersicherheit Aufbauend auf der bestehenden EU-Agentur für Netz- und Informationssicherheit (ENISA), wird die Agentur für Cybersicherheit mit einem ständigen Mandat ausgestattet, die Mitgliedstaaten dabei zu unterstützen, Cyberangriffen wirksam vorzubeugen und zu begegnen.
Een EU-agentschap voor cyberbeveiliging: Het agentschap is gebaseerd op het bestaande Agentschap van de EU voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) en krijgt een permanent mandaat om de lidstaten te helpen bij het doeltreffend voorkomen van en reageren op cyberaanvallen.

33. fordert die Mitgliedstaaten der EU auf, die Schaffung des Amtes eines Sonderberichterstatters der VN zu Finanzkriminalität, Korruption und Menschenrechten zu unterstützen, das mit einem umfassenden Mandat ausgestattet sein müsste und das einen zielgerichteten Plan sowie eine regelmäßige Bewertung der von den Staaten zur Bekämpfung der Korruption ergriffenen Maßnahmen enthalten müsste; fordert diejenigen Mitgliedstaaten der EU, die die vom Europarat ausgearbeitete und am 27. Januar 1999 zur Unterzeichnung aufgelegte Strafrechtskonvention zur Korruption unterzeichnet, jedoch noch nicht ratifiziert haben, auf, diese zum frühestmöglichen Zeitpunkt zu ratifizieren;
33. verzoekt de EU-lidstaten om de instelling van een speciale VN-rapporteur voor financiële criminaliteit, corruptie en mensenrechten met een uitgebreid mandaat te steunen, met inbegrip van een doelstellingsgericht plan en een periodieke beoordeling van de door de lidstaten genomen corruptiebestrijdingsmaatregelen; verzoekt de lidstaten die het Verdrag van de Raad van Europa inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, opengesteld voor ondertekening op 27 januari 1999, wel hebben ondertekend maar niet hebben geratificeerd, dit zo snel mogelijk te doen;

56. begrüßt, dass in den Mitgliedstaaten Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung (AFCOS) gemäß Artikel 3 Absatz 4 der neuen OLAF-Verordnung eingerichtet werden und dass Deutschland erneut bestätigt hat, dass eine Kooperationsvereinbarung mit dem OLAF besteht; stellt fest, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung die wirksame Zusammenarbeit und den Austausch von Informationen mit dem OLAF erleichtern sollen, und fordert nachdrücklich, dass die Mitgliedstaaten, die noch keine Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung benannt haben, dies unverzüglich tun; erwartet, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung helfen werden, die Meldung von Unregelmäßigkeiten zu verbessern, und zu einer ausgewogeneren Auslegung der einschlägigen Rechtsakte der EU beitragen werden; ist dennoch besorgt über die beträchtlichen Unterschiede bei den Funktionen, Aufgaben und Befugnissen sowie der Personalausstattung, die bereits jetzt zwischen den Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in den verschiedenen Mitgliedstaaten bestehen; räumt ein, dass das Mandat, der institutionelle Rahmen und die Aufgaben der Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in der Verordnung (EU, EURATOM) Nr. 883/2013 nicht im Einzelnen festgelegt sind; vertritt allerdings die Auffassung, dass diejenigen Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung, die unabhängig arbeiten und mit einem umfassenden Mandat und Untersuchungsbefugnissen ausgestattet sind, einen Maßstab darstellen, an dem sich alle Mitgliedstaaten orientieren sollten;
56. is ingenomen met de oprichting van fraudebestrijdingscoördinatiediensten (Afcos) in de lidstaten ingevolge artikel 3, lid 4, van de nieuwe OLAF-verordening en met het feit dat Duitsland zijn samenwerkingsovereenkomst met OLAF heeft herbevestigd; merkt op dat de Afcos tot doel hebben een doeltreffende samenwerking en uitwisseling van informatie met OLAF te vergemakkelijken en dringt er bij de lidstaten die nog geen Afcos hebben opgericht op aan dit onverwijld te doen; verwacht dat de Afcos zullen bijdragen aan een betere vastlegging van onregelmatigheden en aan een evenwichtige uitleg van de relevante EU-regelgeving; is toch bezorgd over de grote verschillen die reeds bestaan tussen de verschillende Afcos in de lidstaten wat betreft de functies, taken, bevoegdheden en toegewezen personeel; erkent dat het mandaat, het institutioneel kader en de taken van de Afcos niet tot in detail worden omschreven in Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013, maar is van mening dat onafhankelijk werkende Afcos met een breed mandaat dat onderzoeksbevoegdheden omvat, als benchmark moeten gelden voor alle lidstaten;

55. begrüßt, dass in den Mitgliedstaaten Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung (AFCOS) gemäß Artikel 3 Absatz 4 der neuen OLAF-Verordnung eingerichtet werden und dass Deutschland erneut bestätigt hat, dass eine Kooperationsvereinbarung mit dem OLAF besteht; stellt fest, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung die wirksame Zusammenarbeit und den Austausch von Informationen mit dem OLAF erleichtern sollen, und fordert nachdrücklich, dass die Mitgliedstaaten, die noch keine Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung benannt haben, dies unverzüglich tun; erwartet, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung helfen werden, die Meldung von Unregelmäßigkeiten zu verbessern, und zu einer ausgewogeneren Auslegung der einschlägigen Rechtsakte der EU beitragen werden; ist dennoch besorgt über die beträchtlichen Unterschiede bei den Funktionen, Aufgaben und Befugnissen sowie der Personalausstattung, die bereits jetzt zwischen den Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in den verschiedenen Mitgliedstaaten bestehen; räumt ein, dass das Mandat, der institutionelle Rahmen und die Aufgaben der Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in der Verordnung (EU, EURATOM) Nr. 883/2013 nicht im Einzelnen festgelegt sind; vertritt allerdings die Auffassung, dass diejenigen Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung, die unabhängig arbeiten und mit einem umfassenden Mandat und Untersuchungsbefugnissen ausgestattet sind, einen Maßstab darstellen, an dem sich alle Mitgliedstaaten orientieren sollten;
55. is ingenomen met de oprichting van fraudebestrijdingscoördinatiediensten (Afcos) in de lidstaten ingevolge artikel 3, lid 4, van de nieuwe OLAF-verordening en met het feit dat Duitsland zijn samenwerkingsovereenkomst met OLAF heeft herbevestigd; merkt op dat de Afcos tot doel hebben een doeltreffende samenwerking en uitwisseling van informatie met OLAF te vergemakkelijken en dringt er bij de lidstaten die nog geen Afcos hebben opgericht op aan dit onverwijld te doen; verwacht dat de Afcos zullen bijdragen aan een betere vastlegging van onregelmatigheden en aan een evenwichtige uitleg van de relevante EU-regelgeving; is toch bezorgd over de grote verschillen die reeds bestaan tussen de verschillende Afcos in de lidstaten wat betreft de functies, taken, bevoegdheden en toegewezen personeel; erkent dat het mandaat, het institutioneel kader en de taken van de Afcos niet tot in detail worden omschreven in Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013, maar is van mening dat onafhankelijk werkende Afcos met een breed mandaat dat onderzoeksbevoegdheden omvat, als benchmark moeten gelden voor alle lidstaten;

Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass die in Artikel 5 Absatz 1 der Verordnung (EU) Nr. 1303/2013 genannten Partner die repräsentativsten relevanten Interessenträger sind und als mit einem ordnungsgemäßen Mandat ausgestattete Vertreter benannt werden, und zwar unter Berücksichtigung ihrer Kompetenz, ihrer Fähigkeit zur aktiven Teilnahme und eines angemessenen Repräsentationsniveaus.
De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 5, lid 1, van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde partners zo representatief mogelijk zijn voor de relevante belanghebbenden en worden benoemd als naar behoren gemachtigde vertegenwoordigers, rekening houdende met hun bekwaamheid en capaciteit om actief en op een passend niveau van vertegenwoordiging deel te nemen.

Das mit einem Budget von 730 Mio. EUR ausgestattete Programm „Unterstützung der Politik für Informations- und Kommunikationstechnologien“ (IKT-Förderprogramm) zielt darauf ab, intelligentes und integratives Wachstum durch eine Beschleunigung der umfassenden Einführung und optimierten Nutzung innovativer digitaler Technologien und Inhalte durch Bürger, Verwaltungen und Unternehmen zu fördern.
Het ICT-beleidsondersteuningsprogramma (Information and Communications Technologies Policy Support Programme - ICT PSP), met een begroting van 730 miljoen EUR, heeft tot doel de aanzet te geven tot slimme en inclusieve groei door een bredere marktverspreiding te bevorderen en het optimaal gebruik van innovatieve digitale technologieën en inhoud door burgers, regeringen en bedrijven te versnellen.

Der Berichterstatter ist jedoch der Ansicht, dass die EIB mit einem umfassenderen Mandat ausgestattet werden sollte, um speziell für KMU weitere Investitionen ermöglichen zu können.
De rapporteur is echter van mening dat het mandaat van de EIB moet worden verruimd om verdere, specifiek op kmo's gerichte investeringen mogelijk te maken.

Die nationalen Kontaktstellen für die Integration der Roma sollten mit einem adäquaten Mandat und mit ihren Aufgaben entsprechenden Mitteln ausgestattet werden, damit sie — unter Beachtung der jeweiligen Verteilung der Aufgaben innerhalb der einzelnen Mitgliedstaaten — die bereichsübergreifende Beobachtung von Konzepten zur Integration der Roma im Hinblick auf ihre Umsetzung wirksam koordinieren können.
De lidstaten geven de nationale contactpunten voor de integratie van de Roma een passende taakomschrijving en bij hun rol passende middelen opdat zij het sectoroverschrijdende toezicht van het Roma-integratiebeleid doeltreffend kunnen coördineren met het oog op de uitvoering ervan, met inachtneming van de bevoegdheidsverdeling binnen elke lidstaat.