Die Kläger in den Rechtssachen Nrn. 2456, 2467, 2468 und 2479 führen eine Diskriminierung der gerichtlichen Abteilungskommissare 1C an, die aufgrund des bestätigten Artikels XII. II. 25 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste in den Dienstgrad eines Polizeikommissars mit der Gehaltstabelle O4 eingegliedert würden, das heisst in den gleichen Kader wie die anderen Offiziere als Generaloffiziere oder höhere Offiziere der Gendarmerie.
De verzoekers in de zaken nrs. 2456, 2467, 2468 en 2479 voeren een discriminatie aan ten aanzien van de gerechtelijke afdelingscommissarissen 1C die, krachtens het bekrachtigde artikel XII. II. 25 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, in de graad van politiecommissaris, worden ingeschaald in de loonschaal O4, zijnde in hetzelfde kader als dat van andere officieren dan hoofd- of opperofficieren van de rijkswacht.