Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Nach einem Nichtigkeitsurteil des Staatsrates

Vertaling van " fraglichen bestimmung wollte " (Duits → Nederlands) :

Durch die Annahme der fraglichen Bestimmung wollte der Brüsseler Ordonnanzgeber Artikel 23 der Verfassung, der das Recht auf eine angemessene Wohnung garantiert, zur Anwendung bringen.

Met de in het geding zijnde bepaling wou de Brusselse ordonnantiegever artikel 23 van de Grondwet toepassen, dat het recht op een behoorlijke huisvesting waarborgt.


Durch die Annahme der fraglichen Bestimmung wollte der Gesetzgeber den Grundsatz der Kontinuität der Zuständigkeit des Richters festlegen, der bereits mit einer Akte bezüglich einer Familie befasst wurde, wobei er der Auffassung war, dass dieser Richter am besten imstande ist, in Kenntnis der Dinge über eine Familienakte zu befinden, die bei der ersten beim Familiengericht eingereichten Klage angelegt wurde (Artikel 725bis des Gerichtsgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 150 des Gesetzes vom 30. Juli 2013) und als « einzige Akte für den Minderjährigen und seine Familie » betrachtet wird (Parl. Dok., Kammer, 2010-2011, DOC 53-0682/015, S ...[+++]

Met de aanneming van de in het geding zijnde bepaling wilde de wetgever het beginsel van continuïteit bekrachtigen van de bevoegdheid van de rechter bij wie reeds een dossier aangaande een familie aanhangig is gemaakt, omdat hij oordeelde dat die rechter het best in staat is om zich met kennis van zaken uit te spreken over een familiedossier dat wordt geopend vanaf de eerste vordering die bij de familierechtbank wordt ingesteld (artikel 725bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 150 van de wet van 30 juli 2013), en dat wordt opgevat als « één enkel dossier [...] voor de minderjarige en zijn familie » (Parl. St., Kamer, 20 ...[+++]


Diese Auslegung des Gesetzes vom 14. Januar 2013 durch die Gemeinden entspricht nicht der Bedeutung, die der Gesetzgeber ihm bei seiner Ausarbeitung verleihen wollte und die in der fraglichen Bestimmung verdeutlicht wird, nämlich dass die durch dieses Gesetz vorgenommenen Änderungen ab dem Datum ihres Inkrafttretens auf die Beschlüsse anwendbar sind, die die Gouverneure nach diesem Datum bezüglich der Beiträge zu den Kosten der Feuerwehrdienste seit dem 1. Januar 2006 fassen müssen.

Die interpretatie van de wet van 14 januari 2013 door de gemeenten stemt niet overeen met de betekenis die de wetgever daaraan heeft willen geven bij de totstandkoming ervan en die in de in het geding zijnde bepaling wordt verduidelijkt, namelijk dat de bij die wet aangebrachte wijzigingen, vanaf de datum van hun inwerkingtreding, van toepassing zijn op de beslissingen die de gouverneurs na die datum moeten nemen inzake de bijdragen in de kosten van de brandweerdiensten gemaakt sedert 1 januari 2006.


Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass der Dekretgeber mit der fraglichen Bestimmung die Rechtsunsicherheit beheben wollte, die infolge unterschiedlicher Auslegungen von Artikel 14 Absatz 4 des Dekrets vom 7. Mai 2004 entstanden war.

Uit het voorgaande blijkt dat de decreetgever met de in het geding zijnde bepaling de rechtsonzekerheid beoogde te verhelpen die was ontstaan ingevolge uiteenlopende interpretaties van artikel 14, vierde lid, van het decreet van 7 mei 2004.


Durch die Annahme der fraglichen Bestimmung wollte der Dekretgeber die Richtlinie 2004/8/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 11. Februar 2004 « über die Förderung einer am Nutzwärmebedarf orientierten Kraft-Wärme-Kopplung im Energiebinnenmarkt und zur Änderung der Richtlinie 92/42/EWG » sowie die Richtlinie 2001/77/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 27. September 2001 « zur Förderung der Stromerzeugung aus erneuerbaren Energiequellen im Elektrizitätsbinnenmarkt » teilweise umsetzen (Parl. Dok., Wallonisches Parlament, 2006-2007, Nr. 639/1, S. 20).

Door de in het geding zijnde bepaling aan te nemen, heeft de decreetgever gedeeltelijk de richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 « inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG », alsook van de richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 « betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt » willen omzetten (Parl. St., Waals Parlement, 2006-2007, nr. 639/1, p. 20).


Aus den in B.2 zitierten Vorarbeiten zu der fraglichen Bestimmung geht hervor, dass der Gesetzgeber, um Praktiken ein Ende zu setzen, die im Widerspruch zu seinem Ziel standen, und aus Haushaltsgründen die Anwärter ins Auge fassen wollte, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes ihre Ausbildung an der Königlichen Militärschule begonnen hatten.

Uit de in B.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling blijkt dat, om een einde te maken aan praktijken die in strijd zijn met de doelstelling van de wetgever en om budgettaire redenen, de wetgever de kandidaten heeft willen beogen die hun opleiding in de Koninklijke Militaire School waren begonnen vóór de inwerkingtreding van de wet.


Mit der fraglichen Bestimmung wollte der Gesetzgeber « die Rechtsuchenden berücksichtigen, die bis zum Urteil des Kassationshofes vom 16. Februar 2006 davon ausgehen konnten, dass sie [nach einem Nichtigkeitsurteil des Staatsrates] noch vor dem Zivilgericht klagen konnten » (Parl. Dok., Senat, 2007-2008, Nr. 4-10/3, SS. 15-16).

Met de in het geding zijnde bepaling wou de wetgever « aandacht [.] schenken aan de rechtzoekende die er tot het arrest van het Hof van Cassatie van 16 februari 2006 van kon uitgaan dat hij [na een vernietigingsarrest van de Raad van State] nog kon vorderen voor de burgerlijke rechtbank » (Parl. St., Senaat, 2007-2008, nr. 4-10/3, pp. 15-16).


Durch die Annahme der fraglichen Bestimmung wollte der Dekretgeber die Richtlinie 2004/8/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 11. Februar 2004 « über die Förderung einer am Nutzwärmebedarf orientierten Kraft-Wärme-Kopplung im Energiebinnenmarkt und zur Änderung der Richtlinie 92/42/EWG » sowie die Richtlinie 2001/77/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 27. September 2001 « zur Förderung der Stromerzeugung aus erneuerbaren Energiequellen im Elektrizitätsbinnenmarkt » teilweise umsetzen (Parl. Dok., Wallonisches Parlament, 2006-2007, Nr. 639/1, S. 20).

Door de in het geding zijnde bepaling aan te nemen, heeft de decreetgever gedeeltelijk de richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 « inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG », alsook van de richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 « betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt » willen omzetten (Parl. St., Waals Parlement, 2006-2007, nr. 639/1, p. 20).


Durch die Annahme der fraglichen Bestimmung wollte der Gesetzgeber die in den Rechtsvorschriften über den Jahresurlaub vorgesehenen Verjährungsfristen mit den in dieser Angelegenheit für die Arbeitgeberbeiträge vorgesehenen Verjährungsfristen in Einklang bringen (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1503/018, S. 8).

Met de in het geding zijnde bepaling wilde de wetgever de verjaringstermijnen in de wetgeving inzake de jaarlijkse vakantie van de werknemers afstemmen op die welke gelden voor de werkgeversbijdragen in die aangelegenheid (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1503/018, p. 8).


Mit der fraglichen Bestimmung wollte der Gesetzgeber « die Rechtsuchenden berücksichtigen, die bis zum Urteil des Kassationshofes vom 16. Februar 2006 davon ausgehen konnten, dass sie [nach einem Nichtigkeitsurteil des Staatsrates] noch vor dem Zivilgericht klagen konnten » (Parl. Dok., Senat, 2007-2008, Nr. 4-10/3, SS. 15-16).

Met de in het geding zijnde bepaling wou de wetgever « aandacht [.] schenken aan de rechtzoekende die er tot het arrest van het Hof van Cassatie van 16 februari 2006 van kon uitgaan dat hij [na een vernietigingsarrest van de Raad van State] nog kon vorderen voor de burgerlijke rechtbank » (Parl. St., Senaat, 2007-2008, nr. 4-10/3, pp. 15-16).




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' fraglichen bestimmung wollte' ->

Date index: 2025-02-01
w