G. in der Erwägung, dass es in seiner oben genannten Entschließung vom 15. Juni 2006 bereits seine tiefe Besorgnis über die Lage in Europa und besonders in Polen zum Ausdruck gebracht und die Erklärungen der Spitzenpolitiker der Partei der Liga der Polnischen Familien und besonders des stellvertretenden Ministerpräsidenten und Ministers für Bildung verurteilt hat, in denen zu Hass und Gewalt aufgerufen wird,
G. overwegende dat het in zijn reeds aangehaalde resolutie van 15 juni 2006 reeds uiting had gegeven aan zijn ernstige verontrusting over de situatie in Europa en met name in Polen, en zijn veroordeling had uitgesproken over de tot haat en geweld aanzettende verklaringen van de leiders van de Bond van Poolse gezinnen, en met name van de vice-premier en de minister van Onderwijs,