4. Die Mitgliedstaaten können nach objektiven Kriterien eine höhere Mindestfläche und Mindestbaumbestandsdichte als diejenige gemäß Absatz 3 festsetzen, um den besonderen Merkmalen der betreffenden Flächen und Erzeugungen Rechnung zu tragen.
4. Om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de betrokken gebieden en producties kunnen de lidstaten de minimale perceelsgrootte en de minimale boomdichtheid op basis van objectieve criteria op hogere niveaus vaststellen dan die welke in lid 3 zijn vastgesteld.