(1) Die in Artikel 1 genannten Erzeugnisse mit Herkunft aus Drittländern dürfen nur eingeführt werden, wenn sie mindestens den Qualitätsmerkmalen entsprechen, die für die gleichen in der Gemeinschaft geernteten oder hergestellten Erzeugnisse gelten.
1. De in artikel 1 bedoelde producten van herkomst uit derde landen mogen slechts worden ingevoerd indien de kwaliteitskenmerken ten minste overeenkomen met die welke zijn vastgesteld voor dezelfde producten die zijn geoogst in de Gemeenschap of zijn vervaardigd van in de Gemeenschap geoogste producten.