26. stellt fest, dass monetäre Armut mit Instrumenten wie dem sozialen Mindesteinkommen bekämpft werden könnte, das von den Mitgliedstaaten gezahlt wird, und unterstreicht, dass die Festsetzung eines sozialen Mindesteinkommens auf der Höhe der Armutsgrenze die monetäre Armut beseitigen würde; fordert die Kommission auf, eine spezielle Mitteilung zur Armut, zu den Mitteln für ihre Bekämpfung und zu dem Beitrag, den der EU-Haushalt zu den Maßnahmen auf der Ebene der Mitgliedstaaten leisten könnte, vorzulegen;
26. stelt vast dat monetaire armoede kan worden bestreden met instrumenten zoals door de lidstaten betaalde sociale minimuminkomens; benadrukt dat de instelling van een sociaal minimuminkomen op het armoedeniveau de monetaire armoede zou opheffen; verzoekt de Commissie een specifieke mededeling uit te brengen over armoede, de middelen om armoede te bestrijden en de wijze waarop via de begroting van de EU maatregelen van de lidstaten kunnen worden aangevuld;
