(2) Diese Verordnung gilt für Boden-Luft-Sprechfunksysteme, die für einen Kanalabstand von 8,33 kHz ausgelegt sind und im mobilen Flugsprechfunk im Bandbereich zwischen 117,975 und 137 MHz eingesetzt werden, ihre Komponenten und die zugehörigen Verfahren sowie Flugdatenverarbeitungssysteme von Flugverkehrskontrollstellen, die Dienste für den allgemeinen Flugverkehr erbringen, sowie deren Komponenten und zugehörige Verfahren.
2. Deze verordening is van toepassing op systemen voor mondelinge lucht-grondcommunicatie met 8,33 kHz-kanaalafstand binnen de voor mobiele radiocommunicatie in de luchtvaart gereserveerde frequentieband van 117,975-137 MHz, hun onderdelen en desbetreffende procedures, alsook op systemen voor de uitwisseling van vluchtgegevens die worden gebruikt door luchtverkeersleidingseenheden welke diensten voor het algemene luchtverkeer verlenen en de onderdelen en desbetreffende procedures daarvan.
