16. fordert den Rat auf, die Kohärenz der von einzelnen Mitgliedstaaten und der Europäischen Union geführten bilateralen Dialoge und Konsultationen über Menschenrechtsfragen zu stärken und die Rolle der COHOM bei der Koordinierung der Tätigkeit der Botschaften der Mitgliedstaaten und der Tätigkeit der Delegationen der Kommission zu verbessern;
16. verzoekt de Raad om de samenhang binnen de bilaterale mensenrechtendialogen en het bilateraal mensenrechtenoverleg zoals gevoerd door de individuele lidstaten en door de EU, te vergroten, en om tevens de rol van de COHOM bij de coördinatie van de activiteiten van de ambassades van de lidstaten met die van de delegaties van de Commissie, uit te breiden;