Wenn nötigenfalls dem Gerichtshof der Europaischen Gemeinschaften prajudizielle Fragen in der von der Wallonischen Regierung vorgeschlagenen Formulierung gestellt werden sollten, so erhebe sich die Frage, ob die angefochtene Abgabe kein Zoll bzw. eine Massnahme gleicher Wirkung entgegen den Artikeln 9 und 12 des Römischen Vertrags darstelle, oder aber eine Massnahme gleicher Wirkung wie eine durch die Artikel 30 und 34 desselben Vertrags verbotene mengenmassige Beschrankung sei, welche nicht gerechtfertigt werden könne.
Mochten, indien nodig, aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen prejudiciële vragen worden gesteld in bewoordingen die de Waalse Regering voorstelt dan rijst de vraag of de bestreden heffing niet een douanerecht of een maatregel van gelijke werking is die verboden wordt door de artikelen 9 en 12 van het Verdrag van Rome of, zo niet, een maatregel is met
