Vertaling van "mengen an co2-emissionen eingespart werden " (Duits → Nederlands) :

Es wird erwartet, dass durch die Erreichung dieses Zielwertes bis zum Jahre 2010 CO2-Emissionen in der Größenordnung von über 65 Mio. t CO2/Jahr eingespart werden können [21].
Het behalen van deze doelstelling zal het naar verwachting mogelijk maken om in 2010 een uitstoot van 65 Mt CO2/jaar te vermijden [21].

[10] Wie in Anhang 1 ausgeführt, ist dies eine maximale Schätzung der möglichen Auswirkungen; die Einsparung entspricht zwar nahezu 10% der CO2-Emissionen der EU im Jahr 1990, dies stellt aber keine zehnprozentige Verringerung gegenüber dem Niveau von 1990 dar, da zunächst der im Business-as-usual-Szenario implizierte Anstieg der CO2-Emissionen vermieden werden muss.
[10] Zoals in bijlage 1 uitgelegd, gaat het om een maximumschatting van de mogelijke effecten; deze besparing is gelijk aan bijna 10% van de EU-CO2-emissie in 1990, maar impliceert geen vermindering van 10% onder het niveau van 1990 aangezien eerst de business as usual-CO2-stijging moet worden vermeden.

· Unabhängig davon, ob die CO2-Emissionen reduziert werden oder nicht, müssen in die Modernisierung des Energiesystems beträchtliche Mittel investiert werden, was sich im Zeitraum bis 2030 auf die Energiepreise niederschlagen wird.
· aanzienlijke investeringen zijn nodig om het energiesysteem te moderniseren, al dan niet met vermindering van de koolstofgehalten, en dit zal gevolgen hebben voor de energieprijzen in de periode tot 2030.

Es empfiehlt sich aber vorher dringend wissenschaftlich zu prüfen, ob durch den Einbau von Geschwindigkeitsbegrenzern signifikante Mengen an CO2-Emissionen eingespart werden können und gegebenenfalls der Geltungsbereich der Richtlinie 92/6/EWG des Rates über Einbau und Benutzung von Geschwindigkeitsbegrenzern für bestimmte Kraftfahrzeugklassen in der Gemeinschaft im Rahmen eines freiwilligen Systems mit entsprechendem Anreizsystem auf die unter diese Verordnung fallenden leichten Nutzfahrzeuge ausgeweitet werden kann.
Vooraf moet echter dringend langs wetenschappelijke weg worden nagegaan of de CO2-emissies door de installatie van snelheidsbegrenzers in significante mate kunnen worden verminderd en of het toepassingsgebied van Richtlijn 92/6/EEG van de Raad betreffende de installatie en het gebruik, in de Gemeenschap, van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen eventueel tot de onder deze verordening vallende lichte bedrijfsvoertuigen kan worden uitgebreid in het kader van een vrijwillig systeem met stimulansen.

28. hebt hervor, dass klimaresistente Wälder über ein bedeutendes Potenzial zur Minderung der CO2-Emissionen verfügen, indem sie CO2 binden, speichern und umwandeln; weist ferner auf das Potenzial von Erzeugnissen aus ökologischem Anbau und holzbasierten Erzeugnissen und insbesondere eines nachhaltigen Bioenergiesektors sowie auf die Bedeutung von Wäldern und anderweitig genutzter Flächen für die Aufrechterhaltung und Steigerung der Bindung und Speicherung von CO2 hin; hebt hervor, dass mit Biomasse als Brennstoff zur Energieerzeugung in Kombination mit der Technologie für die CO2-Abscheidung und -Speicherung (CCS – Carbon Capture and Storage) eine erhebliche Verringerung der CO2-Emissionen erreicht werden kann; fordert, dass erneuerbare Rohstoffe, etwa aus der Landwirtschaft, von Gründlandflächen und aus der Forstwirtschaft, aufgrund ihres Potenzials zur Minderung der CO2-Emissionen und ihres Beitrags zu umweltverträglichem Wachstum und zum Erreichen einer Wirtschaft mit niedrigen CO2-Emissionen anerkannt und gefördert werden; stellt fest, dass die Gesamtheit der CO2-Emissionen aus Wäldern zwischen 2001 und 2015 um mehr als 25 % zurückgegangen ist, was vor allem einer Verlangsamung der weltweiten Entwaldung zu verdanken ist; fordert die EU daher auf, die internationale Finanzierung zur Verringerung der Entwaldung in Entwicklungsländern auszuweiten; anerkennt an, dass es eines einfachen, transparenten und kohärenten Rahmens zur Erfassung der Emissionen und der Emissionsabbauleistung im Bereich der Landnutzung, Landnutzungsänderung und Forstwirtschaft bedarf;
28. benadrukt het grote potentieel voor absorptie van koolstofemissies van klimaatbestendige bossen door verbeterde vastlegging, opslag en vervanging; wijst voorts op het potentieel van bio- en houtproducten, en met name van een duurzame bio-energiesector, alsmede op het belang van bossen en ander grondgebruik bij behoud en uitbreiding van koolstofvastlegging en -opslag; wijst erop dat biomassa als brandstof voor energieopwekking in combinatie met technologieën voor CO2-afvang en -opslag (CCS) kan leiden tot aanzienlijke beperking van de koolstofemissies; dringt erop aan hernieuwbare grondstoffen, bijvoorbeeld uit landbouw, grasland en bosbouw, te erkennen om hun emissiereducerende eigenschappen en hun bijdrage aan groene groei en het koolstofarmer maken van de economie, en daarom te stimuleren; merkt op dat de totale koolstofuitstoot van bossen tussen 2001 en 2015 met meer dan 25% is afgenomen, met name vanwege de vertraging van de wereldwijde ontbossing, en verzoekt de EU daarom de internationale financiering voor het terugdringen van ontbossing in ontwikkelingslanden op te schroeven; merkt op dat het nodig is om een eenvoudig, transparant en samenhangend boekhoudkundig kader op te zetten voor emissies en verwijdering in de sectoren landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF);

Es wird geschätzt, dass durch die unterzeichneten und genehmigten Projekte 919 GWh Energie pro Jahr eingespart und insgesamt 588,357 Tonnen CO2-Emissionen pro Jahr vermieden werden könnten.
Naar raming kan de energiebesparing van ondertekende en goedgekeurde projecten oplopen tot 919 GWh per jaar en kunnen de CO2-emissies hierdoor in het totaal met 588,357 ton per jaar teruglopen.

Deswegen sollte in diesem Stadium das vorgeschlagene MRV-System lediglich für CO2-Emissionen angewendet werden.
Om die reden dient het voorgestelde MRV-systeem in deze fase alleen te worden ingevoerd voor CO2-emissies.

108. vertritt die Auffassung, dass durch eine bessere Futtermittelbewirtschaftung, einschließlich der Einbeziehung von Eiweißpflanzen in die Fruchtfolge und der Erhöhung der Vielfalt von Eiweißpflanzen in dauerhaften Mischweiden mit dem Ziel, in den landwirtschaftlichen Betrieben selbst größere Mengen an Tierfutter anzubauen, die Abhängigkeit von Futtermitteleinfuhren, bei denen in großem Umfang CO2 -Emissionen verursacht werden, verringert werden könnte; ist der Ansicht, dass dadurch zugleich die Futtermittelkosten der Landwirte gesenkt werden könnten und eine bessere Bodenbewirtschaftung bewirkt wird, indem die Wasserrückhaltefähigkeit des Bodens verbessert und die Anfälligkeit für Schädlingsbefall verringert wird;
108. is van mening dat beter diervoederbeheer, waaronder begrepen proteïnegewassen in vruchtrotatie op bouwland en het verhogen van de diversiteit van proteïnegewassen in blijvend graslandmengsels, teneinde meer diervoeder ter plekke op de bedrijven te verbouwen, de afhankelijkheid van de invoer van diervoeder met hoge koolstofkosten zou reduceren; gelooft dat dit ook de kosten van diervoeder voor landbouwers zou verlagen, zou leiden tot beter bodembeheer door toenemende grondwaterretentie, en ook de gevoeligheid voor plaagdieren zou verminderen;

25. vertritt die Auffassung, dass durch eine bessere Futtermittelbewirtschaftung, beispielsweise durch die Einbeziehung von Eiweißpflanzen in die Fruchtfolge und die Erhöhung der Vielfalt von Eiweißpflanzen in dauerhaften Mischweiden mit dem Ziel, in den landwirtschaftlichen Betrieben selbst größere Mengen an Tierfutter anzubauen, die Abhängigkeit von Futtermitteleinfuhren, bei denen in großem Umfang CO2-Emissionen verursacht werden, verringert werden könnte; ist der Ansicht, dass dadurch zugleich die Futtermittelkosten der Landwirte gesenkt werden könnten und eine bessere Bodenbewirtschaftung bewirkt wird, indem die Wasserrückhaltefähigkeit des Bodens verbessert und die Wahrscheinlichkeit von Schädlingsbefall verringert wird;
25. is van mening dat beter diervoederbeheer, waaronder begrepen proteïnegewassen in vruchtrotatie op bouwland en het verhogen van de diversiteit van proteïnegewassen in blijvend graslandmengsels, teneinde meer diervoeder ter plekke op de bedrijven te verbouwen, de afhankelijkheid van de invoer van diervoeder met hoge koolstofkosten zou reduceren; gelooft dat dit ook de kosten van diervoeder voor landbouwers zou verlagen, zou leiden tot beter bodembeheer door toenemende grondwaterretentie, en ook de gevoeligheid voor plaagdieren zou verminderen;

109. vertritt die Auffassung, dass durch eine bessere Futtermittelbewirtschaftung, einschließlich der Einbeziehung von Eiweißpflanzen in die Fruchtfolge und der Erhöhung der Vielfalt von Eiweißpflanzen in dauerhaften Mischweiden mit dem Ziel, in den landwirtschaftlichen Betrieben selbst größere Mengen an Tierfutter anzubauen, die Abhängigkeit von Futtermitteleinfuhren, bei denen in großem Umfang CO2-Emissionen verursacht werden, verringert werden könnte; ist der Ansicht, dass dadurch zugleich die Futtermittelkosten der Landwirte gesenkt werden könnten und eine bessere Bodenbewirtschaftung bewirkt wird, indem die Wasserrückhaltefähigkeit des Bodens verbessert und die Anfälligkeit für Schädlingsbefall verringert wird;
109. is van mening dat beter diervoederbeheer, waaronder begrepen proteïnegewassen in vruchtrotatie op bouwland en het verhogen van de diversiteit van proteïnegewassen in blijvend graslandmengsels, teneinde meer diervoeder ter plekke op de bedrijven te verbouwen, de afhankelijkheid van de invoer van diervoeder met hoge koolstofkosten zou reduceren; gelooft dat dit ook de kosten van diervoeder voor landbouwers zou verlagen, zou leiden tot beter bodembeheer door toenemende grondwaterretentie, en ook de gevoeligheid voor plaagdieren zou verminderen;