Vertaling van "meldung muss nach " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Rufweiterleitung auf unbesetzten Apparat nach Meldung
tussenkomst bij vrije lijn

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Jede Meldung muss nach dem in Anlage 4 dieses Anhangs dargestellten Format aufgebaut sein.
Elk bericht moet zijn opgesteld volgens het model in aanhangsel 4 bij deze bijlage.

3.6.2. Bei spezifischen Bauteilen oder Systemen mit mehreren Überwachungsfunktionen, deren Meldung nach diesem Absatz vorgeschrieben ist (z. B. kann die Sauerstoffsonde der Abgasbank 1 mehrere Überwachungsfunktionen für das Ansprechen der Sonde oder andere Merkmale der Sonde haben), muss das OBD-System die Zähler und Nenner jeder spezifischen Überwachungsfunktion einzeln aufzeichnen, braucht den Zähler und Nenner aber nur für jene spezifische Überwachungsfunktion zu melden, die den kleinsten Quotienten aufweist.
3.6.2. Voor specifieke onderdelen of systemen met meervoudige bewakingsfuncties, waarvan overeenkomstig dit punt melding moet worden gemaakt (bv. de zuurstofsensor van cilinderrij 1 kan meerdere bewakingsfuncties hebben voor sensorrespons of andere sensorkenmerken), volgt het OBD-systeem afzonderlijk de tellers en noemers voor elke specifieke bewakingsfunctie, maar maakt het alleen melding van de overeenkomstige teller en noemer voor de specifieke bewakingsfunctie met de laagste getalverhouding.

Im Falle eines Antrags nach Absatz 1 Buchstabe a oder b muss die Meldung die Identität der Person oder Personen enthalten, an die sie gerichtet war, sowie die jeweiligen Einzelheiten und die Gründe dafür.
In het geval van een verzoek op grond van lid 1, onder a) of b), moet de kennisgeving de identiteit van de geadresseerde persoon of personen bevatten, alsmede de bijzonderheden en redenen daarvoor.

Bei spezifischen Bauteilen oder Systemen mit mehreren Überwachungsfunktionen, deren Meldung nach dieser Nummer vorgeschrieben ist (z. B. kann die Sauerstoffsonde der Abgasbank 1 mehrere Überwachungsfunktionen für das Ansprechen der Sonde oder andere Merkmale der Sonde haben), muss das OBD-System die Zähler und Nenner jeder spezifischen Überwachungsfunktion einzeln aufzeichnen, außer im Fall von Überwachungsfunktionen für Schaltkreisstörungen (Kurzschluss oder offener Stromkreis); es sind aber nur der Zähler und Nenner für jene spezifische Überwachungsfunktion zu melden, die den kleinsten Quotienten aufweist.
Voor specifieke onderdelen of systemen met meervoudige bewakingsfuncties die volgens dit punt moeten worden gemeld (de zuurstofsensor van cilinderrij 1 kan bijvoorbeeld meerdere bewakingsfuncties hebben voor sensorrespons of andere sensorkenmerken), volgt het OBD-systeem afzonderlijk de tellers en noemers voor elke specifieke bewakingsfunctie, behalve die voor kortsluiting of storingen in een open circuit, en meldt het alleen de overeenkomstige teller en noemer voor de specifieke bewakingsfunctie met de laagste getalverhouding.

Die in Artikel 3 erwähnte Meldung muss innerhalb von drei Monaten nach Vornahme der ersten risikoträchtigen medizinischen Praktik erfolgen.
De melding, vermeld in artikel 3, moet gedaan worden binnen drie maanden nadat een eerste risicovolle medische praktijk is gesteld.

(6) Die Meldung von Geschäften nach Absatz 1 muss folgende Angaben enthalten:
6. De in lid 1 bedoelde melding bevat de volgende gegevens:

Im Falle eines Antrags nach Absatz 1 Buchstabe a oder b muss die Meldung die Identität der Person oder Personen enthalten, an die sie gerichtet war, sowie die jeweiligen Einzelheiten und Gründe.
In het geval van een verzoek op grond van lid 1, onder a) of b), moet de kennisgeving de identiteit van de geadresseerde persoon of personen bevatten, alsmede de bijzonderheden en redenen.

« Verstösst Artikel 116 § 3 des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung in Verbindung mit dem unter anderem durch Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Recht auf gerichtliches Gehör, mit Artikel 9 Absätze 3 und 4 des Ubereinkommens von Aarhus und mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechte der Verteidigung, insofern einerseits ein Interesse habender Dritter, der eine administrative Beschwerde gegen eine in erster Instanz erteilte Baugenehmigung einlegen möchte, dies innerhalb einer Frist von 20 Tagen nach Eintragung dieser Genehmigung in das Genehmigungsregister tun muss, wobei das Dekret in Bezug auf Meldung oder Bekanntmachung zugunsten dieses Interesse habenden Dritten nur die Verpflichtung für den Beantrager festlegt, die Entscheidung sofort an dem Ort, auf den sich der Antrag bezieht, anzuschlagen, während andererseits der Beantrager der Genehmigung, der regionale Städtebaubeamte und die beratenden Instanzen, die alle über dieselbe Beschwerdefrist von 20 Tagen verfügen, jeweils die Genehmigungsentscheidung notifiziert bekommen, wobei ausserdem für den Beantrager die Beschwerdefrist an dem Datum, an dem ihm die Genehmigung notifiziert wird, anfängt?
« Schendt artikel 116, § 3, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, genomen in samenhang met het recht op toegang tot de rechter, zoals ondermeer gewaarborgd door artikel 6 EVRM, met artikel 9, derde en vierde lid, van het Verdrag van Aarhus, met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van de verdediging, in de mate enerzijds de belanghebbende derde die administratief beroep wenst in te stellen tegen een in eerste aanleg verleende bouwvergunning, zulks dient te doen binnen een termijn van 20 dagen na inschrijving van deze vergunning in het vergunningenregister, daar waar het decreet m.b.t. de kennisgeving of publiciteit ten gunste van deze belanghebbende derde slechts voorziet in de verplichting in hoofde van de aanvrager om onmiddellijk de beslissing aan te pakken [lees : plakken] op de plaats waarop de aanvraag betrekking heeft, terwijl anderzijds de aanvrager van de vergunning, de gewestelijk stedenbouwkundige ambtenaar en de adviesverlenende instanties, die elk beschikken over dezelfde beroepstermijn van 20 dagen, elk wel een notificatie ontvangen van het vergunningsbesluit, en bovendien voor de aanvrager de beroepstermijn aanvangt op de datum dat de vergunning hem wordt genotificeerd ?

« Verstösst Artikel 116 § 3 des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung in Verbindung mit dem unter anderem durch Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Recht auf gerichtliches Gehör, mit Artikel 9 Absätze 3 und 4 des Ubereinkommens von Aarhus und mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechte der Verteidigung, insofern einerseits ein Interesse habender Dritter, der eine administrative Beschwerde gegen eine in erster Instanz erteilte Baugenehmigung einlegen möchte, dies innerhalb einer Frist von 20 Tagen nach Eintragung dieser Genehmigung in das Genehmigungsregister tun muss, wobei das Dekret in Bezug auf Meldung oder Bekanntmachung zugunsten dieses Interesse habenden Dritten nur die Verpflichtung für den Antragsteller festlegt, die Entscheidung sofort an dem Ort, auf den sich der Antrag bezieht, anzuschlagen, während andererseits der Beantrager der Genehmigung, der regionale Städtebaubeamte und die beratenden Instanzen, die alle über dieselbe Beschwerdefrist von 20 Tagen verfügen, jeweils die Genehmigungsentscheidung notifiziert bekommen, wobei ausserdem für den Antragsteller die Beschwerdefrist an dem Datum, an dem ihm die Genehmigung notifiziert wird, anfängt?
« Schendt artikel 116, § 3, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de Ruimtelijke ordening de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, genomen in samenhang met het recht op toegang tot de rechter, zoals ondermeer gewaarborgd door artikel 6 EVRM, met artikel 9, derde en vierde lid, van het Verdrag van Aarhus, jmet het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van de verdediging, in de mate enerzijds de belanghebbende derde die administratief beroep wenst in te stellen tegen een in eerste aanleg verleende bouwvergunning, zulks dient te doen binnen een termijn van 20 dagen na inschrijving van deze vergunning in het vergunningenregister, daar waar het decreet m.b.t. de kennisgeving of publiciteit ten gunste van deze belanghebbende derde slechts voorziet in de verplichting in hoofde van de aanvrager om onmiddellijk de beslissing aan te pakken [lees : plakken] op de plaats waarop de aanvraag betrekking heeft, terwijl anderzijds de aanvrager van de vergunning, de gewestelijk stedenbouwkundige ambtenaar en de adviesverlenende instanties, die elk beschikken over dezelfde beroepstermijn van 20 dagen, elk wel een notificatie ontvangen van het vergunningsbesluit, en bovendien voor de aanvrager de beroepstermijn aanvangt op de datum dat de vergunning hem wordt genotificeerd ?

Obwohl aus dem angefochtenen Artikel 7quater hervorgeht, dass ein Arbeitsvertrag für Dienstleistungsschecks zwei Werktage nach dem Diensteintritt schriftlich festgelegt werden kann, muss die sofortige Meldung zu dem Zeitpunkt erfolgen, zu dem der Arbeitnehmer seinen Dienst antritt.
Ofschoon uit het bestreden artikel 7quater voortvloeit dat de arbeidsovereenkomst dienstencheques twee werkdagen na de indiensttreding schriftelijk kan worden vastgesteld, dient de onmiddellijke aangifte te gebeuren op het tijdstip waarop de werknemer zijn prestaties aanvat.