(1) Eine Person, für die nacheinander oder abwechselnd die Rechtsvorschriften von zwei oder mehr Mitgliedstaaten galten, erhält, sofern die Rechtsvorschriften mindestens eines dieser Staaten nicht Rechtsvorschriften des Typs A sind, Leistungen nach Kapitel 5, das unter Berücksichtigung von Absatz 3 entsprechend gilt.
1. De persoon die achtereenvolgens of afwisselend onderworpen is geweest aan de wetgevingen van twee of meer lidstaten waarvan er ten minste één niet van het type A is, heeft recht op uitkeringen op grond van hoofdstuk 5, dat van overeenkomstige toepassing is, met inachtneming van lid 3.