6. hält fest, dass neben den Politikern und den Medienmachern, den Rundfunk- und Fernsehanstalten und den Medienunternehmen vor allem die kleinen Einrichtungen vor Ort wie zum Beispiel Bibliotheken, Volkshochschulen, Bürger-, Kultur- und Medienzentren, Fort- und Weiterbildungsstätten und die Bürgermedien aktiv zur Förderung der Medienkompetenz beitragen können;
6. is van mening dat, naast beleidsvormers, journalisten, de televisie- en radio-omroepen en de rest van de mediabranche, vooral kleine, plaatselijke instellingen als bibliotheken, volkshogescholen, buurt- en cultuurcentra, mediawerkplaatsen, bij- en omscholingsinstituten, burgermedia (bijv. open kanalen) actief aan een vergroting van de mediageletterdheid bij kunnen dragen;
