1. Geht mit einem geplanten Erschließungsvorhaben eine Bodenversiegelung einher, ergreifen die Mitgliedstaaten zur Erhaltung der in Artikel 1 Absatz 1 genannten Bodenfunktionen geeignete Maßnahmen, um die Versiegelung zu begrenzen und deren Auswirkungen möglichst gering zu halten, sofern
1. Met het oog op de instandhouding van de in artikel 1, lid 1, genoemde bodemfuncties nemen de lidstaten geschikte maatregelen om bodemafdekking te beperken en de effecten daarvan zoveel als nodig te verminderen, in het bijzonder wanneer een voorgesteld ontwikkelingsproject bodemafdekking inhoudt, en wanneer