Lässt die Art des Aufbaus der Zugmaschine es nicht zu, diese maximale Höhe einzuhalten, dann darf der höchste Punkt der leuchtenden Fläche bei 2 300 mm für Fahrtrichtungsanzeiger der Kategorie 5, für solche der Kategorien 1 und 2 der Anordnung A, für solche der Kategorien 1 und 2 der Anordnung B und für solche der Kategorien 1 und 2 der Anordnung D liegen; er darf für Fahrtrichtungsanzeiger der Kategorien 1 und 2 der anderen Anordnungen bei 2 100 mm liegen;
Indien het in verband met de constructie van de trekker niet mogelijk is deze maximale grens aan te houden, mag het hoogste punt van het lichtdoorlatende gedeelte zich op een hoogte van 2 300 mm bevinden voor de richtingaanwijzers van categorie 5, voor die van de categorieën 1 en 2 van schema A, voor die van de categorieën 1 en 2 van schema B en voor die van de categorieën 1 en 2 van schema D en op een hoogte van 2 100 mm voor die van de categorieën 1 en 2 van de andere schema’s.