Die Filmotheken wiesen nachdrücklich darauf hin, dass die hinterlegten Werke von guter Qualität sein müssen (entweder das Original oder eine gleichwertige Kopie) und dass eine Datenbank zu den verschiedenen materiellen Trägern audiovisueller Werke eingerichtet werden müsste.
Inzake bewaring benadrukten de cinematheken dat de gedeponeerde werken van hoge kwaliteit moesten zijn (hetzij de oorspronkelijke kopie, hetzij een van vergelijkbare kwaliteit) en dat een gegevensbank moest worden opgericht van de uiteenlopende audiovisuele mediadragers.