Der Gesetzgeber hat das Aufstellen von Geldautomaten verboten, damit da
s Geld den Spielern nicht unmittelbar zur Verfügung steht (Parl. Dok., Senat, 1998-1999, Nr. 1-419/17, S. 164), un
d damit hat er eine Massnahme ergriffen, die adäquat zu sein
scheint hinsichtlich des von ihm angestrebten und in B.7.4 angeführten Ziels; die Massnahme wird übrigens nur durch diejenigen als peinlich erfahren, die passionierte Spieler sind und die der Gesetzgeber aus diesem Grunde verteidi
...[+++]gen möchte.
Door de installatie van geldautomaten te verbieden om te beletten dat het geld onmiddellijk voor de spelers beschikbaar zou zijn (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-419/17, p. 164), heeft de wetgever een maatregel genomen die adequaat lijkt ten aanzien van het doel dat hij nastreefde en dat in B.7.4 in herinnering is gebracht; de maatregel wordt trouwens enkel als erg pijnlijk aangevoeld door degenen voor wie het spel een passie is, en die de wetgever om die reden wenst te verdedigen.