4. ist der Auffassung, dass die Integration der neuen Mitgliedstaaten insgesamt positiv zu bewerten ist, dass dies jedoch nicht in allen Fällen so eindeutig festgestellt werden kann, weil sich die Einkommenssituation nicht für alle landwirtschaftlichen Betriebe verbessert hat; stellt fest, dass der Anstieg der Einkaufspreise und der Subventionen zum Teil durch einen erheblichen Anstieg der Produktionskosten (z. B. durch die gestiegenen Preise für Treibstoff, Energie, Dünger, Pflanzenschutzmittel und Maschinen) wettgemacht wurde;
4. is van mening dat de integratie van de nieuwe lidstaten over het algemeen positief beoordeeld moet worden, maar dat dit niet in alle gevallen zo duidelijk blijkt, aangezien niet alle landbouwbedrijven hun inkomen hebben zien stijgen; stelt vast dat de stijging van de inkoopprijzen en de subsidies gedeeltelijk teniet werd gedaan door de aanzienlijke stijging van de productiekosten (bijvoorbeeld gestegen prijzen voor brandstof, energie, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en machines);
