Die Versicherungsvereine auf Gegenseitigkeit und die Versorgungswerke dürften daher immer den anteilsmäßigen Schwellenwert einhalten, während die Versicherungsgesellschaften, die nur begrenzt auf dem Markt der Solidarverträge vertreten sind und sich dort engagieren möchten, Schwierigkeiten haben könnten, die Kriterien der Schwellenwerte (sowohl im Hinblick auf den Anteil als auch auf den absoluten Wert) zu erfüllen und so in den Genuss der Steuerbefreiungen zu gelangen.
De onderlinge waarborgmaatschappijen en de voorzorgsinstellingen moeten derhalve steeds aan het in percentage uitgedrukte drempelcriterium voldoen, terwijl de verzekeringsondernemingen met een beperkte aanwezigheid op de markt voor solidaire overeenkomsten, die hun aanwezigheid zouden willen uitbreiden, moeite zouden kunnen hebben om aan de drempelcriteria te voldoen (zowel qua percentage als in absolute zin) en derhalve om van de fiscale vrijstellingen te profiteren.
