Dies heisst also, dass, wenn der Mandatträger im Laufe des Mandats das Alter von 65 Jahren erreicht, er in den Ruhestand entlassen wird und die Ausübung des ihm anvertrauten Mandats vorherig beendet.
Met andere woorden, wanneer de mandaathouder in de loop van diens mandaat de leeftijd van 65 jaar bereikt, wordt hij in ruste gesteld en houdt hij vervroegd op het hem toevertrouwde mandaat uit te oefenen».