Ausgehend von der Annahme, dass es als diskriminierend angesehen werden könnte, Angeschuldigte direkt vorzuladen, während die ihnen zur Last gelegten Vergehen durch Besuche festgestellt werden, die durch Artikel 34 des Gesetzes vom 14. April 1986 erlaubt sind, dann würde diese Diskriminierung sich nicht aus Artikel 182 des Strafprozessgesetzbuches ergeben, sondern aus der Art, wie man ihn anwendet.
Gesteld dat het discriminerend zou kunnen worden geacht beklaagden rechtstreeks te dagvaarden, terwijl de misdrijven die hun worden verweten worden vastgesteld bij bezoeken toegestaan bij artikel 34 van de wet van 14 april 1986, dan zou die discriminatie niet voortvloeien uit artikel 182 van het Wetboek van Strafvordering, maar uit het gebruik dat ervan wordt gemaakt.