Der Rat unterstreicht in seiner Erklärung zwar die erzielten Fortschritte, mahnt aber auch zur Arbeit an gemeinsamen Rahmenwerken, aus denen eindeutig hervorgeht, dass die Staaten die Pflicht haben, darüber zu wachen, dass die Menschenrechte in der Geschäftswelt respektiert und bei Verstößen entsprechende Sanktionen erhoben werden.
De Raad benadrukt in zijn verklaring de geboekte vooruitgang maar dringt er eveneens op aan om gemeenschappelijke kaders uit te werken die de beschermingsplicht van de staten expliciteren, de eerbiediging van de rechten van de mens door de bedrijfswereld garanderen en sancties in geval van schending voorzien.