Art. 22 - Der Umweltminister kann für den Lärm von Windparks spezifische Bedingungen und Messmethoden bestimmen, die die Bedingungen für die Lärmmessung nach Kapitel VII, Abschnitt 3 des vorgenannten Erlasses ergänzen.
Art. 22. De Minister van Leefmilieu kan specifieke meetvoorwaarden en -methodes bepalen voor de geluidshinder van windmolenparken ter aanvulling van de meetvoorwaarden voor geluidshinder omschreven in afdeling 3 van hoofdstuk VII van voornoemd besluit.